- Nieuws
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Magazine
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Selecteer Pagina
Kennis is beschikbaar, samenwerkingen lopen en innovaties worden ontwikkeld om de procesveiligheid in Nederland naar een hoger niveau te tillen. “Maak er gebruik van en sluit je aan. Wij bieden het gratis aan”, zegt programmadirecteur Arjan van Dijk van Safety Delta Nederland.
Het kenmerkende element in de opzet van Safety Delta Nederland is dat de industrie, overheid en wetenschap hierin nauw samenwerken. ‘Triple helix’ wordt dit ook wel genoemd, wat volgens Arjan van Dijk niet alleen uniek in Nederland, maar over de hele wereld is. “Ik heb regelmatig meegemaakt dat in het buitenland met verbazing op deze manier van samenwerken wordt gereageerd. Ik geloof heilig dat als je het niveau van procesveiligheid verder wilt verbeteren, dit alleen mogelijk is door schouder aan schouder samen te werken. Voor het delen van inzichten en ideeën is openheid nodig, die alleen kan worden gegeven wanneer de verschillende partners vertrouwen in elkaar hebben. Daarin schuilt een grote uitdaging. De maatschappij verwacht dat ook van ons. Veertig jaar geleden was het voor een (petro)chemisch bedrijf voldoende wanneer het geen herrie, stank of rook veroorzaakte. Tegenwoordig word je als bedrijf geacht transparant te zijn. Als je zij aan zij met de toezichthouder openheid verschaft, kweek je vertrouwen bij de buren.”
Binnen Safety Delta Nederland werken de drie genoemde partijen structureel samen om de procesveiligheid in Nederland zodanig te verbeteren, dat ‘we’ hiermee tot de beste wereldwijd behoren. “Dit levert nieuwe kennis en technieken op, die de procesveiligheid verder helpen te verbeteren. In Nederland vinden er jaarlijks maar een paar incidenten plaats, maar dat zijn er wel een paar te veel. Zo vond er dit jaar een dodelijk ongeval plaats in een reactor van een raffinaderij. Dat zijn acute situaties die wij willen voorkomen. Vanuit Safety Delta Nederland kijken wij minder naar Arboveiligheid, zoals het struikelen over een stoeptegel of het glijden van een trapje, tenzij dit aan procesveiligheid is gerelateerd. En, wij houden ons nadrukkelijk niet bezig met methodes voor het verder verlagen van wettelijke toegestane uitstoot van gevaarlijke stoffen.” In het kenniscentrum van Safety Delta Nederland wordt de kennis verzameld, gecategoriseerd en is deze beschikbaar voor de industrie.
Daarnaast ontwikkelt Safety Delta Nederland innovaties. Voor bestaande problemen worden nog niet bestaande oplossingen bedacht en uitgeprobeerd, zet Van Dijk uiteen. “Wij pakken zaken op waarvan wij nog niet weten wat het oplevert. Zo hebben wij bijvoorbeeld meegedaan aan een project bij Chemelot waar werd onderzocht of wachtverslagen informatie bevatten op basis waarvan storingen kunnen worden voorspeld. Hieruit bleek dat je die redelijk kunt voorzien, maar niet altijd. Dat is een nieuw inzicht. Wij leren wel van incidenten, maar het op deze wijze leren van informatie was nog niet eerder gedaan.” Niet alle innovatieprojecten zijn succesvol, zegt Van Dijk, maar dat is ook inherent aan innovatie. “Ongeveer twee op de vijf projecten slagen en ontwikkelen zich tot kennisproject.” Hij verwijst naar een project waarbij onderzoek werd gedaan naar de risico’s en beheersmaatregelen van de inzet van op alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen op de sites van Brzo-bedrijven. Hiervoor bestaat nog geen regelgeving. Zoals het bij Safety Delta Nederland gewoon is, werkten partijen uit de overheid, industrie en wetenschap hierin samen. “De keuze voor projecten wordt vaak gedreven door wat bedrijven belangrijk achten. Een spin-off van deze samenwerkingen is dat bedrijven en toezichthouders beter naar elkaar luisteren en leren van elkaars inzichten.”
Over het algemeen weten bedrijven de berichtgeving van Safety Delta Nederland op safetydelta.nl goed te vinden, zoals over de ARIE-regeling of het gebruik van AI. “Maar het kan beter”, vindt Van Dijk. “De Brzo-sector telt ongeveer twintig koplopers op in totaal circa vierhonderd locaties. Er zijn dus nog wel wat stappen te zetten als het gaat om het bezoek aan onze website, maar ook het bijdragen aan kennisprojecten of het kenbaar maken waaraan bedrijven behoefte hebben. Wij zijn flexibel genoeg om daarop in te spelen.” Een succesvolle toevoeging ongeveer een half jaar geleden was de (vertrouwelijke) database met daarin procesveiligheidsprestaties van bedrijven. Op zich is dat niet nieuw; ook de VOTOB en VNCI hebben soortgelijke tools waarmee leden hun eigen bedrijfsprestaties kunnen benchmarken ten opzichte van andere leden. Het grote verschil echter met de database van Safety Delta Nederland is dat ook de bevindingen van de toezichthouder eraan zijn toegevoegd. “Dit maakt inzichtelijk waar de zwakke plekken in het veiligheidbeheerssysteem van een bedrijf of sector zich bevinden. Zo kun je zien op welke vlakken je je kunt verbeteren als bedrijf of als sector en creëer je je eigen ‘case for a change’. De enige voorwaarde die wij stellen om hiervan gebruik te maken, is dat Brzo-bedrijven eigen data aanleveren.” Op dit moment bevinden zich de gegevens van ruim vijftig bedrijven in de database, die gestaag in omvang toeneemt, aldus Van Dijk.
Een ander nuttig instrument is de self assessment questionnaire van de Stichting Veiligheid Voorop, een deelnemer aan Safety Delta Nederland. Van Dijk: “Het is een slimme tool, die aangeeft op welke punten je je kunt verbeteren. Ook dit is gratis beschikbaar. Maak er dus gebruik van, al moet je er wel rekening mee houden er voldoende tijd voor uit te trekken. Je hebt al snel een dag nodig voor een goede zelfbeoordeling. En stel dat je er twee zaken uit destilleert waarmee je wilt verbeteren, zoals over corrosie onder isolatie of het onderzoeken van incidenten. Natuurlijk kun je dan altijd een consultant inhuren, maar ook onze website biedt de nodige gratis kennis en gereedschappen die je hiervoor zelf kunt gebruiken.”
Van Dijk zegt het als frustrerend te ervaren dat enerzijds multinationals hun veiligheidszaken meestal uitstekend op orde hebben, terwijl dit anderzijds bij kleinere mkb-bedrijven soms nog te wensen overlaat. “Nogal wat kleinere bedrijven hebben bijvoorbeeld de monitoring van hun veiligheidsprestaties niet voor elkaar. Zo is bijvoorbeeld niet bekend hoeveel letsels of lekken er zijn. Hoe kun je dan aantonen dat je veilig werkt? Maar, er zijn bedrijven in de Brzo-sector met slechts vijftien man in dienst, waarbij de directeur min of meer ook de HSE manager is. Voor zo’n bedrijf is het lastig om aan dezelfde eisen te voldoen als een multinational. Gebruik van de juiste definities is een startpunt voor goede monitoring. Soms is ook dit lastig. De industrie hanteert bijvoorbeeld andere definities voor ongevallen met verzuim dan de Nederlandse Arbeidsinspectie in de Arbeidsmarktmonitor. Dat helpt allemaal niet als je wilt weten waar je staat.” Dit moet beter, stelt hij. Op de logische vraag hoe dit moet gebeuren, wijst hij opnieuw op het belang van structurele samenwerking. “Ook de toezichthouder wil dat kleinere bedrijven hun procesveiligheid op orde hebben. Chemiepack, waar in 2011 een ernstige brand woedde, was ook een klein bedrijf. Het is dus belangrijk om vinger aan de pols te houden.”
Hij geeft een voorbeeld: elk Brzo-bedrijf moet volgens de wettelijke richtlijnen regelmatig een managementreview van het veiligheidsbeheerssysteem uitvoeren. “Je kijkt daarbij wat je prestaties zijn, onderzoekt of het beter of slechter werkt dan gedacht en of het nog steeds effectief en geschikt is voor de veiligheidsrisico’s van het bedrijf. Als er verbeterplannen waren, kijk je of deze zijn uitgevoerd en ook check je of er het laatste jaar nog zaken zijn gewijzigd, zoals een verandering in de bedrijfsactiviteiten. Bij dit laatste is het van belang om te weten of het veiligheidsbeheerssysteem daarvoor nog geschikt is.” Het zijn volgens hem simpele vragen, die in de praktijk echter verrassend vaak niet worden gesteld wegens drukte, economische tegenwind of omdat dit als ‘een HSE-ding’ wordt beschouwd. Dat terwijl veiligheid wel degelijk ook geld oplevert, is de ervaring van Van Dijk. “Een bedrijf waar het economisch voor de wind gaat, heeft meestal het veiligheidsbeheersysteem prima op orde. Die twee zaken gaan hand in hand samen, net zoals bij goed onderhoud de kosten omlaag gaan en de efficiëntie verbetert. Het is dus een zaak van goed veiligheidsleiderschap om een paar keer per jaar samen te komen en te bespreken hoe het gaat. De veiligheidscultuur die je daarmee creëert, is belangrijk. Immers: ‘What interests the boss, fascinates me!’”
Van Dijk ziet in het verder verbeteren van de samenwerking tussen de SDN-partijen zijn grootste uitdaging. “Dit is een complex land, met veel brancheorganisaties, toezichthouders, kennisinstellingen en bedrijven. Om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen is het fundamenteel dat we open en eerlijk met elkaar discussiëren en dat we ontwikkelingen de tijd geven. Het duurt meestal lang tot resultaten zijn behaald. Voordat iedereen zijn of haar zegje heeft gedaan, ben je zo drie jaar verder, maar zo zit Nederland nu eenmaal in elkaar. Aan de andere kant wil je dat iets gisteren klaar is. Het vergt daarom stamina en doorzettingsvermogen om projecten tot een goed einde te brengen. Hoewel dit slechts leidt tot kleine succesjes, want Safety Delta Nederland is immers een club van een beperkte omvang, blijven wij de komende jaren ons werk voortzetten om de Nederlandse procesveiligheid naar een hoger niveau te tillen.”
Het in oktober 2020 gestarte Safety Delta Nederland beschikt tot oktober volgend jaar over een gegarandeerde financiering van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Volgens programmadirecteur Arjan van Dijk zijn alle bij de organisatie betrokken partijen het erover eens dat Safety Delta Nederland nuttig werk verricht en na oktober 2024 een doorstart moet krijgen. “Daar wordt nu aan gewerkt.”
Elk van de drie partijen in de triple helix – de industrie, wetenschap en overheid – levert op eigen wijze een gelijkwaardige bijdrage aan Safety Delta Nederland. “Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat levert een financiële donatie, net als de industrie, die daarnaast ook uren beschikbaar stelt voor het verrichten van werkzaamheden. Bij elkaar opgeteld is dit samen ongeveer evenveel. De wetenschap op haar beurt brengt kennis in. Samen vormt het een uitgebalanceerd geheel, waarbij we werken aan een gemeenschappelijke veiligheidsagenda”, zegt Arjan van Dijk van Safety Delta Nederland.