Selecteer Pagina

‘PBM op maat is het meest ideaal’

door | 10 aug, 2021 | Uitgelicht, Veiligheid

Het laatste redmiddel, zo bestempelt Jos Putman het persoonlijke reddingsmiddel. Daarom moet het betrouwbaar zijn, geschikt zijn voor de juiste situatie en de drager ook comfort bieden. Hij verbaast zich erover dat vooral kleinere bedrijven geen risico-inventarisatie en -evaluatie uitvoeren.

Je houdt je al jaren met veiligheid bezig, ook nu je met pensioen bent. Wat drijft je?

“Ik vind het interessant en leuk. Het mooie is dat het om zowel techniek als de mens gaat. Door de interactie tussen die twee probeer je ze risico’s van de techniek in relatie tot de mens zo beheersbaar mogelijk te krijgen. De mens is daarin de meest belangrijke en ook kritische factor. Als hij gemotiveerd is, de gevaren en/of de risico’s kent, kan dit incidenten helpen voorkomen. Techniek valt immers nooit zo voor 100 procent veilig te maken dat de mens er niet of nauwelijks invloed op heeft. Daarom moet je mensen zo goed mogelijk informeren en instrueren. Het lastige is ook dat de mens grillig is. Mensen bij bedrijven die hun werknemers veel informatie geven over techniek en risico’s, hebben over het algemeen meer aandacht voor hun werkzaamheden. Ik vind het prettig veel mensen uit mijn vakgebied te ontmoeten. Ook doe ik nog altijd veel kennis op. Omdat ik ervaren ben, komen mensen met vragen naar mij toe.”

In de jaren negentig schreef je mee aan de PBMgids. Waarom vond je het destijds nodig dat dit naslagwerk er kwam?

“Aan het begin van de jaren negentig was er over het algemeen maar oppervlakkige kennis over persoonlijke beschermingsmiddelen. Vroeger publiceerde de Arbeidsinspectie nog de P-bladen, die onder meer veel informatie bevatten over persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat was een goed hulpmiddel, maar helaas zijn ze daarmee gestopt en is er niets voor in de plaats gekomen. Ook introduceerde de Europese Commissie op dat moment veel nieuwe regelgeving, en had zij een document opgesteld waarin staat hoe je persoonlijke beschermingsmiddelen moet kiezen. Maar dat was erg abstract; er was duidelijk behoefte aan meer praktische informatie. Verder was er weinig kennis over normeringen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Daarin staan de prestatiekenmerken van een persoonlijk beschermingsmiddelen, bijvoorbeeld waaraan een filterend gelaatsmasker aan moet voldoen. Je moet je realiseren dat er ongeveer vierhonderd technische normen over persoonlijke beschermingsmiddelen zijn. Alleen al voor adembescherming heb je zeventig normen. Bij de eindgebruiker – daartoe reken ik zowel bedrijven als de dragers – was hier weinig tot geen kennis over. Niet zo gek, want het is taaie materie. Daarom heb ik samen met een aantal andere specialisten de PBMgids geschreven. Het is inmiddels negenhonderd pagina’s dik en werd tot een aantal jaar geleden jaarlijks ge-update. Het is een echt naslagwerk voor arbodeskundigen. Helaas voor de uitgever is het geen uitgave die erg hard loopt. Het is bedoeld voor een selectief publiek.”

Ook heb je meegewerkt aan de vorig jaar gepubliceerde PBMwijzer. Voldeed de PBMgids alleen niet?

“De PBMwijzer is meer toegankelijk. Hij is opgesteld voor mensen uit de praktijk, zoals inkopers of bedrijfsleiders. Daarin kunnen zij precies zien waaraan bijvoorbeeld een veiligheidsschoen moet voldoen. De PBMwijzer is ook online in te zien. We zien dat hier veel belangstelling voor is. Vroeger werd er nauwelijks aan kwaliteit gedacht. Iedereen droeg een standaard overall of veiligheidsschoen. Nu is het besef er meer dat een persoonlijk beschermingsmiddel het meest ideaal is als die op maat wordt gemaakt. Denk aan een veiligheidsbril met correctieglazen of persoonlijke gehoorbescherming die wordt gemaakt met behulp van een malletje van de gehoorgang. Voor kleding wordt echter vaak nog confectie gebruikt. Meest belangrijk is dat een persoonlijk beschermingsmiddel comfortabel is en de juiste, meest doelmatige bescherming biedt.”

Is een matig comfort de belangrijkste reden voor het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen?

“Standaard veiligheidsschoenen van middelmatige kwaliteit leveren vaak voetklachten op. Niet iedereen heeft nou eenmaal dezelfde voet. Beter is het schoenen individueel aan te meten, op basis van zowel lengte- als breedtematen. In een magazijn loop je er als medewerker dagelijks een X-aantal kilometer op. Dan heb je eigenlijk het comfort van een wandelschoen nodig, ook om ziekteverzuim te voorkomen.”

Mag persoonlijke bescherming wat kosten?

“Jazeker. Op korte termijn kunnen bedrijven met het kopen van goedkope producten misschien wel wat besparen, maar op de langere termijn heb je toch profijt van kwaliteit. Er zijn werkgevers die hun medewerkers twee paar schoenen geven met de opdracht om die wisselend te gebruiken. Dit biedt de mogelijkheid om een gebruikte schoen een dag te laten uitventileren. Zo gaan de schoenen langer mee en is de werkgever uiteindelijk goedkoper uit. Al zie je wel dat voornamelijk bedrijven die met externe werknemers werken vaak voor goedkope middelen kiezen. ”

Wat is een meer bepalende factor voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsbesef of een regel?

“Het veiligheidsbesef is belangrijker. Je moet risicovolle situaties als werknemer moeten kunnen herkennen. Natuurlijk is er eerst de bronaanpak, daarna volgen technische en collectieve oplossingen en persoonlijke beschermingsmiddelen zitten in de laatste plaats van de rangvolgorde. Voor het voorkomen van ongevallen zijn ze het laatste redmiddel. Je moet er dus zeker van zijn dat ze een betrouwbare beschermzekerheid bieden. Dat lukt alleen als er een goede risico-inventarisatie wordt vastgesteld. Hierin staat welk type persoonlijk beschermingsmiddel noodzakelijk is in bepaalde situaties. Bedrijven zijn zich hier steeds meer bewust van. De Inspectie SZW vraagt er ook om. Onlangs nog liet zij in een publicatie weten dat ze bij gebruik van adembescherming een schriftelijke risico-inventarisatie van de werkgever wil zien.”

In de bouw zag je vroeger mannen op teenslippers over het terrein lopen. Kun je stellen dat het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen in Nederland de laatste jaren is toegenomen?

“De Vereniging Veilig en Gezond Werken (VVGW) brengt jaarlijks een statistiek naar buiten, over het totale gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen in Nederland. Daaruit blijkt dat dit achteruit gaat. Dit komt doordat de zware industrie hier aan het verdwijnen is. Vroeger waren er veel meer mensen in blauwe overalls. Hiervoor in de plaats is wel andere industrie gekomen, hightech bijvoorbeeld, zoals ASML. Die bedrijven gebruiken ook persoonlijke beschermingsmiddelen, maar een ander soort, die tegen andere risico’s bescherming bieden. Bij de handschoen, het meestgebruikte persoonlijke beschermingsmiddel, zie je hier een duidelijke verschuiving in. Daarnaast merk je dat petrochemische bedrijven meer voor kwaliteit kiezen en daar ook beleid op voeren.”

Wat is volgens jou nodig om het werken met persoonlijke beschermingsmiddelen verder te verbeteren?

“Hoewel een persoonlijk beschermingsmiddel op basis van een risico-inventarisatie en -evaluatie moet worden gekozen, signaleert de Inspectie SZW dat vooral kleinere bedrijven dit niet of te weinig doen. Grotere bedrijven voeren wel een risico-inventarisatie en -evaluatie uit, maar doen die te oppervlakkig. Dat moet worden verbeterd. Ik verbaas mij er soms over dat bedrijven met meer dan honderd mensen in dienst niet de juiste kleding aan hun personeel verstrekken. Dat komt doordat de inkoper vaak het laatste woord heeft. Die trekt altijd naar de goedkoopste aanbieder van hetzelfde soort product, maar beschikt niet over de vereiste kennis over normen en specificaties. Dan is een verkeerde beslissing al snel gemaakt. Beter is het om een veiligheidskundige of arbodeskundige erbij te betrekken.”

Tot slot: wat zijn je plannen? Blijf je de komende jaren aan in de vakgroep PBM van de NVVK?

“Voorlopig blijf ik actief. Wel komt het erop aan dat ik mijn kennis op peil houd. Als je veertig uur per week werkt, gaat dat bijna vanzelf. Nu moet ik daar wat meer voor doen, al gaat mij dat gelukkig nog altijd makkelijk af.”

Wie is Jos Putman?

Jos Putman is een hogere veiligheidskundige. Hij is nu met pensioen, maar nog wel actief met eigen adviesbureau. De laatste twintig jaar van zijn loopbaan werkte hij voor PBM-aanbieder Intersafe, waar hij het team van arbo-deskundigen ondersteunde. Ook hield hij zich bij Intersafe bezig met product compliance. Voor het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) had hij zitting in verschillende normcommissies. Hij zat de normcommissie keuze, gebruik en onderhoud PBM voor. Putman is (mede)auteur van de PBMwijzer en PBMgids. Hij is vijftien jaar lid van de vakgroep PBM van de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde (NVVK).

Mondkapjesvoorlichting

Jos Putman en de andere leden van de vakgroep PBM van de NVVK zagen eind vorig jaar ineens mensen met mondkapjes op tv, toen in China het coronavirus uitbrak. “Rond de kerst zorgde dat al voor wat discussie bij ons”, herinnert Putman zich. “Vervolgens kwam het virus een paar maanden later naar Europa. Wij hebben ons er toen in verdiept welke mondmaskers wij zouden adviseren bij microbiologische agentia, waar het coronavirus onder valt. Daar was weinig informatie over. Vandaar dat wij er een publicatie over hebben opgesteld, die veel belangstelling trok. We werden van alle kanten gebeld en als woordvoerder van de vakgroep heb ik verschillende keren uitleg in de media hierover gegeven. Men wilde vooral weten aan welke eisen adembescherming moet voldoen.”

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!