- Nieuws
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Magazine
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Selecteer Pagina
Het Amerikaanse volk heeft gekozen: Donald Trump wordt de volgende president van de VS. Over de winst van de Republikeinse kandidaat is al eindeloos veel gezegd, en ik zou er dan ook niet over zijn begonnen als we daar in Rotterdam niets van zouden merken. Maar dat gaan we hoogstwaarschijnlijk wel.
Tekst: Victor van der Chijs
Trump heeft er geen geheim van gemaakt: als hij aan de macht komt, gaat hij hoge invoerheffingen opleggen. In zijn campagne sprak hij van een standaardheffing van 10 procent op alle goederen en diensten die de VS binnenkomen. Of zelfs 20 procent. Voor China, Amerika’s grootste economische uitdager, zou die heffing zelfs 60 procent bedragen.
De achterliggende gedachte is dat de VS minder afhankelijk wordt van import omdat meer bedrijven zich er weer gaan vestigen, investeren en de gewone Amerikaan een baan bieden. Het idee dat vooral de boze buitenwereld profiteert van vrijhandel met de VS ligt aan de basis van Trumps ‘Make America Great Again’.
Protectionisme steekt al langer de kop op. Trump mag misschien de overtreffende trap zijn, democraat Biden heeft zich in zijn termijn evenmin onbetuigd gelaten. En Europa heeft het nodig gevonden elektrische auto’s uit China een heffing op te leggen, beantwoord door China met een heffing op Franse cognac. De tijd dat de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in handelsconflicten gezaghebbende en bindende uitspraken deed, ligt achter ons.
Ondertussen staat de gangbare theorie dat vrijhandel welvaart voor iedereen bevordert voor de meeste economen nog recht overeind. Protectionisme, laat staan een eventueel daaropvolgende handelsoorlog, kent alleen maar verliezers (met een hogere inflatie de gewone man niet uitgezonderd; was inflatie nu net niet de reden dat ontevreden Amerikanen voor Trump kozen?).
Dat te voorkomen moet dan ook de inzet zijn van Europa, en binnen Europa moet Nederland zich er hard voor maken om goede handelsverdragen met andere delen van de wereld te sluiten. Daar is alle reden toe. In een recente studie van de Rabobank staat dat als Trump woord houdt, dat de Nederlandse economie rond 1 procent economische groei kost, ofwel 5 tot 10 miljard aan financiële welvaart. Het exportvolume kan 12 tot 24 miljard lager komen te liggen. Nederlandse bedrijven die exporteren naar de VS zullen minder investeren door grotere handelsbelemmeringen, een lagere afzet en minder perspectief op winst.
Grijpt protectionisme mondiaal nog verder om zich heen, dan krijgt de wereldhandel een stevige knauw. En dat is precies wat we hier in Rotterdam zullen merken. De industrie en de overslag in de haven bewegen immers mee met de groei of de krimp van die wereldhandel. Ook zal overproductie in China zijn weg naar Europa proberen te vinden, met nog meer druk op onze industrie als gevolg.
Hoe moeten we op dit alles inspelen? In de eerste plaats door als Nederland en Europa vol in te blijven zetten op goede handelsrelaties. Met andere regio’s in de wereld, maar ook met Trump en China.
Daarnaast moeten we maximaal investeren in een beter investeringsklimaat, zodat we hier bouwen aan de industrie en logistiek van de toekomst: duurzaam, innovatief en concurrerend. Van groene waterstof tot zeldzame metalen: voor strategische goederen moeten we de hoofdrol ambiëren. Alleen zo roeien we de boot vooruit in deze woelige tijden en houden we goederen beschikbaar en prijzen betaalbaar voor consumenten en bedrijven.