- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Laten we even uitzoomen en naar het grote geheel kijken, zegt prof. dr. ir. Jan Rotmans. Er vindt namelijk iets bijzonders plaats. Een oude tijd is volgens hem aan het verdwijnen en een nieuwe klopt aan de deur, met grote gevolgen voor opleiden en de arbeidsmarkt. “Skills worden het uitgangspunt.”
[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]
“We bevinden ons in een transitie tussen twee tijdperken”, zegt Jan Rotmans, auteur van het onlangs verschenen boek Omarm de chaos. “Dit is een tussentijd, waarin chaos heerst maar waar ook kansen ontstaan. De oude wereld brokkelt af en de nieuwe wereld dient zich aan. De chaos kenmerkt zich door een gebrek aan overzicht en de aanwezigheid van instabiele systemen die met behulp van slimme interventies stabiel kunnen worden gemaakt.” Rotmans ziet parallellen tussen het huidige tijdsgewricht en de negentiende eeuw, waarin de industriële revolutie plaatsvond, er angst voor machines heerste, het populisme opkwam en er sociale ongelijkheid was. “In Rotterdam was er angst voor het ontwikkelen van de haven. Je ziet dat elke grote transitie tot tweedeling leidt”, aldus de transitiedeskundige. Hij ziet de volgend belangrijke ontwikkelingen nu plaatsvinden: de digitale revolutie, een angst voor robots, opnieuw een opkomend populisme en sociale ongelijkheid.
Belangrijke pijlers in de ‘oude samenleving’ waar Rotmans naar verwijst, zijn brancheorganisaties, vakbonden, politieke partijen, woningcorporaties en traditionele media. “Die hebben hun werk gedaan. Maar wie is er nu nog lid van een politieke partij? Laat het twee procent van de Nederlandse bevolking zijn. Laatst sprak ik bij de Nederlandse brancheorganisatie voor brancheorganisaties. Zoiets bestaat alleen in Nederland. We gaan toe naar een nieuwe samenleving, die zich kenmerkt door netwerken, coöperaties, bewegingen en social media. Ook in de arbeidsmarkt moet het roer om. Er komt meer maatwerk en geen onderscheid meer tussen vast en flexwerken. Vast werk wordt de uitzondering.” In deze wereld worden bedrijven volgens hem afgerekend op hun impact, die ze zowel op hun werknemers als op de maatschappij en het milieu hebben. En het een hoeft niet ten koste te gaan van het andere, want Rotmans is ervan overtuigd dat bedrijven met meer impact ook economisch beter renderen.
“De groene installateurs, sensorplaatsers en windturbinemonteurs die we nodig hebben, krijgen we niet aangesleept”, zegt Rotmans. “In Rotterdam-Zuid wonen niet alleen kwetsbare mensen, maar er zit ook een goudmijn. Deze tachtigduizend jongeren willen het liefst manager worden, terwijl ze als installateur hetzelfde kunnen verdienen als een beginnend accountant. Het beeld dat ze van de arbeidsmarkt hebben, moet van tafel.” Hij ziet een belangrijke rol weggelegd voor campussen, zoals RDM Campus. “Dat is een parel in de stad. Boven hebben studenten les, beneden sleutelen ze en in de buurt zitten bedrijven waar ze stage kunnen lopen. Ik hoop dat er meer campussen zullen komen.” Ook het begrip ‘arbeid’ is aan vernieuwing toe, vindt hij. Het stamt uit de negentiende eeuw, terwijl we in de toekomst met digitalisering, robotisering en het door elkaar lopen van werken, leren en ontwikkelen te maken hebben. “Mensen willen zich continu ontwikkelen, in samenspraak met bedrijven.” Daarbij komt dat kennis, zeker in een snel veranderende samenleving, maar beperkt houdbaar is. Vijf jaar, volgens Rotmans. “Stel de transitieopgave dus centraal in het onderwijs. Zingeving is voor jongeren belangrijker dan salaris of status.”
“Om de transitie te versnellen, zullen we skills als uitgangspunt moeten nemen in plaats van diploma’s. Diploma’s zijn slechts het startpunt. We moeten investeren in sociale innovatie en modulair onderwijs, juist om die skills bij te brengen. Een leven lang ontwikkelen wordt de norm, net zoals niet roken dat nu is. Leren zonder werken kan niet, net zoals werken zonder leren niet gaat.” Hij heeft nog een advies tot slot: “We moeten meer en beter samenwerken. En betrek ook de dwarsdenkers erbij. Dat is zo belangrijk bij transities. Verder is leiderschap een groot goed in tijden van chaos. Leiders moeten tegen de stroom in durven gaan, rechtop blijven staan, richting geven en tegelijkertijd ook ruimte bieden.”
“We leren te weinig. Het idee van een leven lang ontwikkelen gaat vooral op voor mensen die al een goede baan hebben, niet voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt”, zei wethouder Richard Moti van de gemeente Rotterdam op het eind vorig jaar gehouden congres Leven lang ontwikkelen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Jan Rotmans [zie de tekst hierboven, red.] was ook op dit congres een van de sprekers.
Ron Kooren (VNO-NCW Rotterdam en Albeda College) sloot zich bij Moti’s woorden aan: “Het is van economisch, sociaal en maatschappelijk belang dat we in onderwijs investeren.” Maar dan moeten het opleidingenaanbod en de vraag uit de markt wel goed op elkaar aansluiten. En dan is niet altijd het geval, erkende Frits Gronsveld (STC Group). “We versterken elkaar nog onvoldoende. Soms denken wij iets moois te pakken te hebben, maar sluit dat onvoldoende aan op de wens van bedrijven. Zij vinden het op hun beurt soms ingewikkeld om hun medewerkers voor opleidingen vrij te maken.” “We zijn goed in het optuigen van nieuwe commissies en kennisplatforms, maar we zullen het ook een keer moeten doen. We hebben gemotiveerde mensen nodig, die voor een vak en niet voor een diploma hebben geleerd”, stelde Pieter van Klaveren (MKB Rotterdam Rijnmond).
“De oplossing is nabij, nu is het tijd voor stappen. Bedrijven en opleiders moeten elkaar opzoeken. Afstand geeft weerstand”, zei Kooren. “We beschikken over fantastische opleidingsinstellingen. Maar die zijn vooral op jongeren gericht. Zij hebben vier jaar de tijd om voor een diploma te leren, maar werknemers moeten daar in hun werkweek tijd voor vrijmaken. Onze publieke onderwijsinstellingen zijn er slecht in om dat te faciliteren”, vond Moti. Gronsveld: “We kunnen het wel, maar dat is apart georganiseerd. Wij leiden jaarlijks tienduizenden mensen in de haven op. Vooral in online is zwaar geïnvesteerd.” Moti zei in hybride leren te geloven: “We moeten meer leerwerkplekken creëren, bij bedrijven in huis. Ook moeten we de leerkrachten naar de werkvloer brengen. Zo ontstaat er meer begrip.” Tot slot had Gronsveld een oproep: “Creëer meer flexibiliteit voor mbo. Nu zijn wij aan wet- en regelgeving gebonden.”
[/et_bloom_locked]