- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
VARO Energy is een energiebedrijf dat in de hele downstream-keten actief is, op het gebied van raffinage, opslag, blending, distributie, sales en marketing. “Een grote logistieke dienstverlener in energie”, zo omschrijft Theo Pannekeet VARO Energy. Het bedrijf is lid van de Transhydrogen Alliance, dat in het buitenland geproduceerde groene waterstof omzet in ammoniak, dit naar Rotterdam transporteert en er hier weer groene waterstof van maakt. “Het is bewezen technologie, maar op zulke schaal is dit nog niet eerder toegepast.”
[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]
VARO Energy is in de Benelux vooral actief in de business-to-business-markt en daardoor misschien niet bij het grote publiek bekend. Kun je het bedrijf kort voorstellen?
Theo Pannekeet, managing director Renewables bij VARO Energy: “VARO Energy is een energiebedrijf. Wij brengen energie naar de markten. Onze asset base bestaat uit twee raffinaderijen, een in Zwitserland die in volledig eigendom is en een Duitsland waarvan VARO meerderheidsaandeelhouder is. Ook hebben we meer dan veertig tankterminals in het binnenland. Je kunt ons zien als een grote logistieke dienstverlener. Wij kopen brandstoffen in, brengen die naar onze terminals en klanten halen die bij ons op om die naar hun tankstations te transporteren. Het hoofdkantoor is in Zwitserland gevestigd. Daarnaast hebben we kantoren in Hamburg en in de Rotterdamse Waalhaven. We hebben in Rotterdam geen eigen tankterminals. Wel huren we opslagruimte in bij derden, niet alleen in Rotterdam, maar ook in Amsterdam, Dordrecht en Antwerpen.”
Klopt het dat jullie ook biobrandstoffen bijmengen?
“Als je oliën in gebruik neemt, moet je de bijmengverplichting op je nemen. Nu gebeurt dat grotendeels met duurzame biobrandstoffen, die bij fossiele brandstoffen worden bijgemengd. Onze binnenlandse terminals zijn daar heel geschikt voor. We hebben er kleinere tanks met biocomponenten staan, waarmee wij het eindproduct ‘on-spec’ voor de klant maken. Dat kan eventueel ook eerder in de keten gebeuren. Maar je moet beseffen dat veel landen er andere regelgeving of specificaties over hebben. Je kunt het dus pas doen als er duidelijkheid over is waar de brandstof wordt gebruikt. In de praktijk betekent dit dat we de brandstoffen zo laat mogelijk op de juiste specificatie brengen.”
Je bent sinds 2018 directeur bij de afdeling Renewables bij VARO. Valt het bijmengen onder deze afdeling?
“Ja, dat klopt. Onze afdeling bestaat uit drie pijlers. Ten eerste ons handelsteam dat zich bezighoudt met de inkoop van biobrandstoffen. Niet alleen voor ons eigen verbruik, we verhandelen ze ook. Daarnaast beheert dit team risico’s in de vorm van bio-tickets, CO2-certificaten en derivaten. Ten tweede hebben we een bio-compliance-afdeling, die de steeds veranderende wetgeving in de gaten houdt en ervoor zorgt dat we voldoen aan de eisen met betrekking tot bewijsstukken en dat wij onze administratie op orde hebben. De derde afdeling is strategie, die alle ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie volgt en nieuwe duurzame activiteiten voor VARO ontwikkelt. Er zijn veel duurzame initiatieven waarvan de markt nog relatief klein is, maar sterk zal groeien, zoals EV en waterstof.”
Hoe verhouden de volumes aan bio-componenten zich tot die van de fossiele brandstoffen?
“In E10-benzine bestaat het aandeel ethanol uit maximaal tien procent. In diesel wordt zeven procent FAME [Fatty Acid Methyl Ester of biodiesel, red.] bijgemengd. Als alternatief hiervoor wordt ook wel HVO [Hydrotreated Vegetable Oil, red.] aan diesel toegevoegd. Over het geheel kun je zeggen dat het percentage aan bijgemengde biobrandstoffen tussen de zeven en tien procent bedraagt. De komende jaren zal er meer verplicht moeten worden bijgemengd. Dat zal ervan afhangen hoe snel elektrisch rijden, rijden op waterstof en LNG door de markt worden opgepakt. Jarenlang zijn de targets verhoogd en ook dit decennium zullen zij nog aanzienlijk verder stijgen. De energietransitie zal niet alleen impact hebben op de industrie, maar ook op de energieconsumptie en hoe mensen gewend zijn om te reizen en leven. Je kunt ervan uitgaan dat fossiele brandstoffen flink duurder gaan worden. Nieuwe energiedragers of manieren van transport zijn nu misschien nog te weinig concurrerend, zoals EV voor zwaar vervoer of het gebruik van groene waterstof, maar op termijn zal dit aantrekkelijker worden gemaakt.”
Over waterstof gesproken, VARO is dit jaar lid geworden van de Transhydrogen Alliance. Kun je kort uitleggen wat deze alliantie beoogt?
“Waterstof wordt momenteel nog uit aardgas geproduceerd . Er zijn twee hoofdroutes naar koolstofarme waterstof. Je kunt groene waterstof maken uit groen gas, dat is geproduceerd uit biogene bronnen. De andere route is groene waterstof geproduceerd uit niet-biologische bronnen – dat wil zeggen uit wind- of zonne-energie – die vervolgens via elektrolyse in waterstof wordt omgezet. Maar je moet je voorstellen dat de energie die nodig is om continu grote hoeveelheden waterstof te produceren enorm is en een relatief constante toevoer van energie vereist. Zowel overdag, ’s nachts, in de zomer als in de winter: dat zijn niet altijd ideale omstandigheden voor wind- en zonne-energie. Bovendien is er veel ruimte nodig voor grote zonne- en windparken. De Transhydrogen Alliance is ervan overtuigd dat de beste omstandigheden hiervoor buiten Nederland te vinden zijn. Maar als je groene waterstof in het Midden-Oosten produceert, kom je wel voor het probleem te staan dat je die niet op grote schaal kan opslaan en vervoeren. Er is een tussenstap nodig: het omzetten van groene waterstof in groene ammoniak. Dan is het vloeibaar en kan het worden opgeslagen en vervoerd. In Rotterdam moet het omgekeerde gebeuren: dan wordt de ammoniak weer gekraakt tot waterstof. Dit project kan ook als basis dienen voor een transitie van de bestaande markt voor ammoniak, die nu nog uit aardgas wordt geproduceerd.”
Welke plek hebben jullie op het oog voor de productie van groene elektriciteit, groene waterstof en groene ammoniak?
“Er zijn redelijk wat plaatsen in de wereld waar het zou kunnen. Het is nu nog te vroeg om te zeggen waar we voor kiezen. Je kunt denken aan Noord-Afrika, het Midden-Oosten of misschien wel Zuid-Europa, al heb je ook daar al snel het probleem dat er te weinig ruimte voorhanden is. Als je een zonnepark in de woestijn bouwt, is de kans op issues minder groot omdat het er dunbevolkt is.”
Je hebt het over grote hoeveelheden. Welke getallen horen daarbij?
“Voor 500.000 ton ammoniak ga je richting de 700 à 800 megawatt aan capaciteit voor wind- en zonne-energie. Dat is heel veel, ook als je kijkt naar de electrolyser die de energie naar waterstof omzet. Het is bewezen technologie, maar op zulke schaal is dit nog niet eerder toegepast. Het gaat om gigantische investeringen en complexe technieken. Als we nu grote bedragen op tafel leggen, is de kans niet ondenkbeeldig dat de technologie over drie jaar al achterhaald is. De ontwikkelingen op dat gebied gaan erg snel. Ook is het door de wet- en regelgeving ingewikkeld om tot beslissingen te komen. Neem het door de Europese Commissie gepresenteerde Fit for 55-pakket. Dat is zeer ambitieus en ik ben er enthousiast over. Maar we hebben nog een lange weg te gaan voordat we weten waar we aan toe zijn. Het moet nog door het parlement en dan zal het nog gemakkelijk een paar jaar duren voordat het helemaal bij wet is aangenomen. Subsidies zijn ook geen gemakkelijk terrein.”
Kun je aangeven welke rollen er zijn weggelegd in deze alliantie voor de verschillende deelnemers?
“Het Havenbedrijf Rotterdam ondersteunt de Transhydrogen Alliance omdat het ervan overtuigd is dat wij in Europa veel waterstof nodig zullen hebben, meer dan wij hier kunnen produceren. Daarnaast weten ze bij het havenbedrijf dat de import van olie – nu een belangrijke inkomstenbron – binnen tien jaar gaat afnemen. De import van groene producten is een nieuw interessant businessmodel. Verder is het in Schiedam gevestigde Proton Ventures lid. Dit is een engineeringbedrijf, gespecialiseerd in ammoniak. Ook tankopslagbedrijf GES is lid. Zowel bij de export als import heb je immers opslagtanks nodig. Het uit de VS afkomstige Trammo, een van de grootste ammoniakhandelsbedrijven ter wereld, maakt eveneens deel uit van de alliantie.”
Waarom doet VARO mee aan dit project?
“Ten eerste willen wij onze klanten in het binnenland een nieuw duurzaam aanbod kunnen voorleggen. Tegen het eind van dit decennium zal dit echt vaart gaan krijgen. Daarnaast is VARO afnemer van waterstof voor onze raffinaderijen, die ook voor een transitie staan. Het is mogelijk dat wij onze raffinaderijen met groene waterstof gaan verduurzamen, al zijn er meer opties hiervoor. We zijn bijvoorbeeld bezig met een electrolyserproject in Duitsland en onderzoeken de mogelijkheid om waterstof uit biologische bron te produceren.”
Welk tijdspad hebben jullie voor ogen?
“De pilot plant moet in 2025 of 2026 operationeel zijn. Die zal 80.000 ton ammoniak per jaar produceren. Voordat dit is opgeschaald naar 500.000 of een miljoen ton zullen wij twee jaar verder zijn. We zijn nu bezig met het uitvoeren van studies, het uitzoeken van locaties en het opbouwen van een business case voordat we tot vaste beslissingen kunnen komen. Het is een heel complexe puzzel. Ik kan nog niet zeggen of wij er voldoende vertrouwen in hebben dat dit buiten Europa technisch en economisch haalbaar genoeg is om op zichzelf te kunnen staan.”
Wie gaat de groene waterstof afnemen?
“Die markt moet deels nog worden gecreëerd. Bedrijven die nu waterstof gebruiken, hebben vaak een eigen productiefaciliteit op het terrein. Deze – vaak industriële – bedrijven kunnen overstappen op groene waterstof. Er zijn ook bedrijven die nu nog andere energiebronnen gebruiken en op een gegeven moment op groene waterstof zullen overstappen. In de automobielsector zal het zware vervoer zich waarschijnlijk aanpassen aan het rijden op waterstof, maar op welke schaal is nu al moeilijk te zeggen. Er zijn ook alternatieven, zoals biodiesel, HVO, elektriciteit en LNG. Elektriciteit is het meest efficiënt.”
Hoe optimistisch ben je over het tijdig halen van de doelen met de Transhydrogen Alliance?
“Dat is een moeilijke vraag. Sinds het persbericht [van 23 maart jl., red.] hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt, maar we zitten nog in de voorbereidende fase. Het eerste deel van de haalbaarheidsstudie is afgerond. Nu duiken we dieper de technologie in en moeten we de hele business case doorrekenen. Het tijdschema kan moeilijk zijn, maar ik heb goede hoop dat het project als een van de eerste in zijn soort zal worden opgeleverd. Het is onvermijdelijk dat we groene waterstof naar Rotterdam moeten importeren.”
Theo Pannekeet trad in 2012 in dienst bij Argos Energies, dat in 2015 met VARO fuseerde. Hij doorliep er verschillende functies. Sinds 2015 maakt hij deel uit van het management van het bedrijf. In 2018 werd hij aangesteld als managing director van Renewables bij VARO Energy. Pannekeet was tot 2017 secretaris en bestuurslid van de Nederlandse Organisatie voor de Energiebranche (NOVE).
[/et_bloom_locked]