Select Page

Grip op de veiligheidscultuur

door | 24 apr, 2023 | Petrochemie, Uitgelicht, Veiligheid

Foto: Danny Cornelissen

Gebruik meetinstrument veiligheidsperceptie DCMR Milieudienst Rijnmond

In samenwerking met de TU Delft, Deltalinqs en ExxonMobil heeft DCMR Milieudienst Rijnmond een tool ontwikkeld die de veiligheidsperceptie van medewerkers en het management van BRZO-bedrijven meet. “Dit is echt een goed hulpmiddel om meer grip te krijgen op de veiligheidscultuur bij bedrijven”, zegt Nienke de Wilde van DCMR.

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

“Het gaat best goed met de tankopslagsector in Rotterdam”, zegt Nienke de Wilde, directielid Toezicht en Handhaving bij DCMR Milieudienst Rijnmond. Ze wijst naar de opslagcapaciteit in het Rotterdamse havengebied, die is verdubbeld van 10 miljoen m3 in 2005 naar 25 miljoen m3 in 2020. “In de afgelopen jaren hebben zich geen grote incidenten voorgedaan. Ook breder in de BRZO-sector zien we dat dit lijkt af te nemen. Dat is een positieve ontwikkeling, alleen verwonder ik mij over iets.” Ze toont een foto van tankterp met een gat erin, een verroeste pijpleiding en een tank die van buiten is beschadigd. “Dit is bij onze inspectie aangetroffen. Hoe kan het dat wij dit zien en het bedrijf niet? Het zijn best ernstige zaken. Een ondeugdelijke tankterp kan de stabiliteit van de tank aantasten. Er kan lekkage door ontstaan. Wij zeggen bij zulke situaties dat het bedrijf daar iets aan moet doen. Niet het onderhoudsplan over een paar jaar aanpassen, maar direct actie ondernemen!”

Nienke de Wilde gaf het interview aan Europoort Kringen op de vakbeurs StocExpo, die vorige maand in Rotterdam werd gehouden. (Foto: Mladen Pikulic)

Onderhoud van hardware

DCMR kijkt op drie manieren naar veiligheidsnaleving, legt De Wilde uit. “Het eerste aspect is de hardware, wat je kan vastpakken en zien, zoals de tanks, installaties en appendages. Dat is relatief makkelijk te inspecteren; we treffen hierbij redelijk veel overtredingen aan. Ook is er minder zichtbare hardware, zoals corrosie onder isolatie. Voor bedrijven komen er steeds meer nieuwe technologieën beschikbaar om dit te detecteren.” De Wilde zegt zorgen te hebben over de staat van het onderhoud van deze ‘hardware’. “Veel assets in Rotterdam dateren uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. We weten dat de asset owners het nu niet makkelijk hebben, nu de energieprijzen zo sterk zijn gestegen. Maar is er nog wel budget voor het onderhoud van hun sites? Ook de energietransitie vergt investeringen. Wij zeggen: vergeet het reguliere onderhoud niet, zeker voor ageing installaties.”

Lessen verwerken

Het tweede aspect, software, heeft betrekking op procedures, de inzet van veiligheidsbeheerssystemen en het opleiden van mensen. “In de tankopslagsector – die bijna volledig uit BRZO-bedrijven bestaat – hebben veel bedrijven de basis op orde. Ze hebben de risico’s in beeld en er is beschreven welke stappen moeten worden genomen bij bepaalde incidenten of scenario’s. Toch wil ik ook bij dit punt iets onder de aandacht brengen: wordt bij wijzigingen de plan-do-check-act-cyclus wel gesloten? Zijn de logboeken up-to-date en worden medewerkers – ook nieuwe – wel goed opgeleid? Ik snap dat dit lastig is, bij een organisatie als die van DCMR geldt dat net zo. Het maken van plannen en de uitvoering ervan gaat mensen makkelijk af. Taaier is het om de lessen die je trekt daadwerkelijk te verwerken, bijvoorbeeld als je andere producten gaat opslaan of een nieuw deel van een site in gebruik neemt. Dat is lastig, maar wel heel belangrijk, zeker voor bedrijven met grote risico’s.”

Managers en medewerkers

“Elk bedrijf waar ik kom, zegt dat veiligheid de hoogste prioriteit heeft”, zegt De Wilde over het derde veiligheidsaspect: mindware of veiligheidscultuur. “Maar in noodsituaties volgen mensen niet altijd de protocollen. Ze redeneren soms dat het de vorige keer om een vals alarm ging. Belangrijk in de veiligheidscultuur is of medewerkers onveilige zaken rapporteren en of er met elkaar over veiligheid wordt gesproken. De rol van het management speelt natuurlijk mee: wat voor beslissingen neemt het: kiest het onder druk voor een economische afweging of weegt veiligheid het zwaarst? Mindware is de minst tastbare van de drie aspecten, maar is wel superbelangrijk. Bij incidenten gaat het erom wat mensen doen, niet om wat er is opgeschreven.” Om dit aspect meer tastbaar te maken, heeft DCMR in samenwerking met de TU Delft, Deltalinqs en ExxonMobil de ‘Meting Veiligheidsperceptie’ ontwikkeld. Het is een door gedragsdeskundigen opgestelde vragenlijst over vijf belangrijke elementen voor zowel medewerkers als het management van bedrijven. “De vragen worden breed in een bedrijf uitgezet, bij alle medewerkers en managers. Het maakt duidelijk hoe mensen naar veiligheid kijken. Voelen mensen zich vrij om zich uit te spreken? Hebben ze het gevoel dat er wat met meldingen wordt gedaan?” 

Laagdrempelig

De antwoorden worden in twee dimensies weergegeven: die van de medewerkers en het management. “Het management heeft de neiging om andere afwegingen te maken. Dat herken ik. Ik ben zelf ook manager. Er speelt zóveel. Welke prioriteit heeft dan extra investeren in veiligheid? Vaak zien we dat er een duidelijke discrepantie bestaat tussen medewerkers en managers. De medewerkers hadden minder het idee dat er iets met hun meldingen werd gedaan dan het management. Dat is belangrijk, want dit heeft invloed op de veiligheidscultuur. Als je wilt dat medewerkers het melden als ze op de site een begroeiing op een tankterp zien of merken dat iets bijna kapot is, dan moet er wel actie op volgen.” Aanleiding voor de ontwikkeling was de grote brand bij de raffinaderij van Esso in Rotterdam in 2017. Dit leidde tot de wens bij zowel het bedrijf als bij ons om meer grip te krijgen op de veiligheidscultuur. “We hebben het instrument een aantal keer ingezet, onder meer bij bedrijven waar we zorgen over hebben, maar ze vragen er soms ook zelf naar. Het valt bij veel meer bedrijven te gebruiken. Het is een laagdrempelige tool, waarmee we het gesprek met bedrijven kunnen aangaan. Standaard interviewen wij een beperkt aantal medewerkers en managers van een bedrijf. De Meting Veiligheidsperceptie kun je over de hele organisatie inzetten.”

Zorgen

Het aantal ongevallen bij BRZO-bedrijven in Nederland neemt niet af. “De grote incidenten dalen een beetje, maar er zijn nog altijd veel kleine en middelgrote incidenten. Ook de naleving door bedrijven stagneert. Jaarlijks blijft het aantal bedrijven zonder overtredingen op tussen de 30 en 40 procent hangen. De afgelopen vijf jaar wordt er bij 30 procent van de bedrijven serieuze overtredingen gesignaleerd. Ik maak mij daar zorgen over”, stelt De Wilde. “Ook met het oog op nieuwe risico’s die eraan komen. Het aantal cyberaanvallen neemt steeds meer toe. Wij worden zelf ook meer aangevallen. Als een systeem in de tankopslagsector door cybercriminelen wordt belaagd, kan dat gevolgen hebben voor de fysieke veiligheid.” De Wilde raadt bedrijven aan om zich aan te sluiten bij FERM Rotterdam, waar DCMR partner van is. “Daarnaast heeft de energietransitie consequenties voor de veiligheid. Er vindt een verschuiving plaats van traditionele naar nieuwe brandstoffen, die andere risico’s met zich meebrengen. Het kan zijn dat tanks waarin meer corroderende stoffen worden opgeslagen eerder aan vervanging toe zullen zijn. Dat moeten bedrijven in hun onderhoudssystemen verwerken.”

In gesprek

“Het is de vraag of we tevreden moeten zijn met hoe het nu met de veiligheid is gesteld. Ik denk dat er meer nodig is dan dat we nu doen om met die nieuwe risico’s te dealen. Ik roep bedrijven op om proactief aan de slag te gaan. Wacht niet tot de richtlijnen voor nieuwe brandstoffen er zijn, maar ga er zelf vast mee aan de slag. Je weet dat dit eraan komt. De Meting Veiligheidsperceptie kan daarbij helpen. Ik nodig bedrijven uit die meting uit te voeren. De uitslagen worden geanalyseerd en in sessies bij het bedrijf besproken.” Over de ontwikkeling van DCMR als toezichthouder zegt De Wilde: “Wat ik voorzie is dat we onze rol breder kunnen oppakken, bijvoorbeeld door nog meer een signalerende rol voor bedrijven te vervullen. Ik ga graag daarover met bedrijven in gesprek om te horen wat ze van ons verwachten.”

Wie is Nienke de Wilde?

Nienke de Wilde geeft sinds november 2022 als directeur Toezicht en Handhaving leiding aan de 250 medewerkers tellende afdeling inspectie en handhaving bij DCMR Milieudienst Rijnmond. Zij was daarvoor al bij DCMR werkzaam als hoofd van de afdeling die milieu-inspecties uitvoert bij grote bedrijven. In een eerdere hoedanigheid was zij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van risicoanalyses bij Inspectie SZW.

[/et_bloom_locked]

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!