- Nieuws
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Magazine
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Selecteer Pagina
Op de kruising van de Maasvlakteboulevard en de Prinses Máximaweg komt-ie, het nieuwe Haven Experience Center. Vier verdiepingen hoog, die dankzij een ‘twist’ elk een ander uitzicht bieden op telkens een verschillend aspect van de haven.
[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]
In 2009 besloot het Havenbedrijf Rotterdam om op de Europaweg een voorlichtingscentrum te openen over de aanleg van de Tweede Maasvlakte. FutureLand, zoals het werd genoemd, bleek een onverwacht succes. Op een gegeven moment was Tweede Maasvlakte aangelegd en opgeleverd, maar het publiek bleef maar komen, met wel 100.000 bezoekers per jaar. 50.000 mensen nemen jaarlijks de FutureLand Ferry, een boottochtje langs imposante containerterminals en fabrieken. In 2018 verwelkomde FutureLand haar miljoenste bezoeker, die op een etentje in een glazen container werden gefêteerd. Nu, ruim twaalf jaar later, blijkt dat het prefab gebouw waarin FutureLand is gevestigd niet nog eens vele jaren mee zal gaan. Het pand nadert het einde van zijn levensduur. Er moest dus over vervanging worden nagedacht.
Richard van der Eijk, directeur communications & external affairs, weet als geen ander hoe belangrijk het is om een visitekaartje van de haven te hebben. Wat nodig is, is een ‘huis’ voor de haven en het havenbedrijfsleven. Want wil een haven in een dichtbevolkt gebied vooruit kunnen, dan is het noodzakelijk hiervoor de instemming van het publiek te hebben. De bouw van een Haven Experience Center (HEC) kan daarbij helpen. “Je moet investeren in draagvlak. Dat helpt mensen beter te begrijpen wat er in een haven omgaat. Ook kun je er laten zien dat het leuk is om in de haven te werken. Verder kan het HEC als ontvangstlocatie dienen.” Het Havenbedrijf Rotterdam heeft al een aantal ijzers in het vuur waarmee het de uit de stad weggetrokken haven toch voor het publiek zichtbaar kan houden. Denk aan de Havenkrant, die in een oplage van 50.000 stuks verschijnt, of de opening van het Port Pavillion in de Leuvehaven deze maand. Dit is een door ‘havenhosts’ bemand ‘informatievoorportaal’. Verder zijn de Wereldhavendagen belangrijk, net als het reusachtige beeldscherm in de hal van het Centraal Station in Rotterdam.
Een stuk niet uitgegeven terrein, op de hoek van de Maasvlakteboulevard en Prinses Máximaweg, wordt de plek waar het bezoekerscentrum zal verrijzen. “Dit is dé logische plek”, stelt Van der Eijk, staand met zijn voeten in de duinen. “We hebben ook gekeken naar RDM en de Waalhaven, maar die locaties zijn afgevallen. De Maasvlakte is een nieuw stuk haven. We hebben er ook niet met veiligheidscontouren te maken.” Hij wijst om zich heen, eerst richting de Prinses Amaliahaven. Daar liggen de twee containerterminals van RWG en APMT, die naar verwachting richting het HEC zullen gaan uitbreiden. “We zijn hiervoor de kades al aan het bouwen. Binnenkort zullen de schepen ook dichterbij komen. Daarachter zie je het terrein van monopilebouwer SIF, rechts ernaast staan twee kolencentrales en dankzij het Prinses Amaliaviaduct zal het HEC ook goed bereikbaar zijn. Aan de overzijde van de Maasvlakteboulevard worden warehouses ontwikkeld en daarachter wordt terrein vrijgehouden voor de bouw van electrolysers. Veel havenactiviteiten zijn hier dus zichtbaar. Dat verhaal willen wij vertellen.” Belangrijk volgens Van der Eijk is ook dat het centrum aan de rand van de haven komt, op het snijvlak van economische activiteiten en natuur.
Architectenbureau MVRDV is gevraagd een ontwerp voor het nieuwe bezoekerscentrum te maken. Eerder was het ook verantwoordelijk was voor het design van het Depot van museum Boijmans van Beuningen. Architect Winy Maas noemt de klus in de haven een volgende stap. “We leveren graag een bijdrage aan de stad waarvan wij houden.” Hij geeft aan de vele gezichten van de haven in een gebouw te willen vangen, of het nu gaat om het historische verleden, de raffinage en chemie, het strand, noem maar op. “Een bezoek aan de haven is een reis van de stad naar zee”, stelt hij. “Als mens voel je je klein, bijna nietig. In beginsel hebben wij een simpel gebouw ontworpen met een twist. Het atrium fungeert daarin als het centrale hart. De flexibele, gedraaide vloerdelen bieden elk uitzicht op een ander panorama. Een beetje gek misschien, maar de haven kun je ook als een verzameling gektes zien.” Het HEC biedt ruimte aan een expo op de eerste drie vloeren, op de vierde verdieping komt een restaurant en bovenop is een dakterras. “Een no-nonsense, functioneel en industrieel gebouw”, noemt Maas het.
Voor het invullen van de expo werd het bureau Kossmanndejong ingeschakeld. Dit Amsterdamse bedrijf is thuis in tentoonstellingen, of zoals directeur Herman Kossmann het noemt, het ‘vertellen van verhalen in een ruimte’. Hij zegt blij te zijn er in een vroegtijdig stadium bij betrokken te zijn. “Vaak wordt eerst een gebouw neergezet en daarna pas nagedacht wat erin moet.” Over het idee achter de expo vertelt hij: “Ons streven is om bezoekers geen informatie, maar ervaringen te bieden. Pas als je iets hebt ervaren, heb je over het algemeen pas zin om iets te leren.” Hij omschrijft het HEC als een ‘caleidoscopische ervaring, met meerdere hoofdpersonen en perspectieven in een verhaal’. Per verdieping wordt ingegaan op verschillende vragen: wat de haven is, wat de haven betekent, waar de haven heen gaat, hoe hij proeft en wat je er ziet. Bij binnenkomst moet het atrium, een hoge open ruimte, voor de wow-factor zorgen. “We zijn nog bezig dit te ontwerpen, maar we overwegen bewegende elementen. Je kunt er doorkijken en er ontstaan verbanden.” Om het gebouw heen loopt een rode trap, die naar het dakterras leidt. “Dat is de lightversie voor een bezoek aan het centrum. Bezoekers hoeven er geen kaartje voor te kopen. Op de bordessen staan vitrines waarin onderwerpen worden uitgewerkt.
Op het dakterras staat een aantal bassins met 266 zonnepanelen, die samen met een eigen windturbine voor de stroomvoorziening moeten zorgen. “Het pand wordt energieneutraal”, zegt Maas. Duurzaamheid is in zijn vak een vanzelfsprekendheid, geeft hij aan, en ook bij het ontwerp van het havenbezoekerscentrum is hier invulling aan gegeven. “Het is een compact pand met een hoge thermische isolatie. Voor het frame zal staal van gesloopte gebouwen worden hergebruikt en ook de gevelpanelen zijn deels van gerecycled materiaal. De gevel wordt ook extra geïsoleerd.” Verder ademt het ontwerp de circulariteitsgedachte uit. Het moet nog worden gebouwd, maar als het over een X-aantal jaar wordt afgebroken, zal het geen spoor achterlaten. De hoofddraagconstructie van donorstaal en circulair beton is helemaal demontabel. Zelfs voor de fundering worden geen heipalen gebruikt. Voor de gevelpanelen is een retourname-overeenkomst gesloten met de fabrikant en de akoestische plafonds zijn van hergebruikt papierpulp gemaakt. “Ja, het is een bijzonder gebouwtje”, aldus Kossmann. “Volgend jaar zal de bouw van start gaan”, legt Van der Eijk uit. “In de loop van 2023 moet de oplevering plaatsvinden, waarna het HEC in februari/maart 2024 zijn deuren zal openen.” Overigens is Haven Experience Center nog maar een werktitel. De werkelijke naam zal nog worden bekendgemaakt. Wordt vervolgd dus.
Het is nog niet definitief, maar de ‘intentie’ is er om EIC Mainport Rotterdam in het Haven Experience Center (HEC) te huisvesten. Dit verklaart Richard van der Eijk van het Havenbedrijf Rotterdam. “Het EIC ontvangt jaarlijks 22.000 scholieren in Rozenburg, terwijl FutureLand jaarlijks 7.000 jongeren ontvangt. Wanneer het EIC zich in het HEC vestigt, kan zij volledig de onderwijspropositie van het havenbedrijf overnemen.”
[/et_bloom_locked]