- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Binnen een aantal maanden verwierf EP Netherlands (EP NL) – dochter van een Tsjechisch moederbedrijf – drie energiecentrales in Rotterdam. Ceo Niels Unger geeft in Europoort Kringen tekst en uitleg. “Geen enkel ander Europees energiebedrijf doet ons dit na.”
“Het is heerlijk om weer in de Rotterdamse haven te zijn”, zegt ceo Niels Unger van EP NL. In het verleden was hij onder meer werkzaam voor Vopak, en nu in zijn rol als directeur van het sterk groeiende EP NL, is hij weer regelmatig in de haven te vinden. “Het is ook mooi om opnieuw het Havenbedrijf Rotterdam te bezoeken. De strategie van het havenbedrijf sluit aan op die van ons. Wij zijn nu by far de grootste energieproducent In Rotterdam. Zeker gezien de toekomstige energiebehoefte – denk bijvoorbeeld aan het leveren van stoom aan de procesindustrie – willen wij een rol van betekenis in de energietransitie spelen.”
EP is dit jaar eigenaar geworden van een drietal Rotterdamse energiecentrales. Het verwierf de energiecentrale MaasStroom in Pernis (426 megawatt), de helft van de aandelen van Enecogen (910 megawatt) en de Rijnmond-energiecentrale bij Pernis (810 megawatt). Daarnaast nam het begin dit jaar de Sloecentrale in Zeeland over, die een capaciteit van 870 megawatt heeft. Hiermee is EP NL de op twee na grootste elektriciteitsproducent van Nederland geworden, met een opgesteld productievermogen van 2,6 gigawatt. Het bedrijf is een dochteronderneming van EP Power Europe (EPPE), dat op haar beurt weer een Europese acterende dochter is van het Tsjechische Energetický a průmyslový holding (EPH). “Dit is een succesvol energiebedrijf dat ongeveer vijftien jaar geleden in Tsjechië is opgericht. Het richt zich op de productie van elektriciteit en warmte en is de laatste jaren door acquisitie in Europa sterk gegroeid. Nederland is het negende land waar EPH actief is. Het behoort tot de top 10 van energiebedrijven in Europa met een opgesteld productievermogen van 14 gigawatt.” Op dit moment bouwt het bedrijf in Europa vijf nieuwe elektriciteitscentrales, wat een unicum is, stelt hij: “Geen enkel ander Europees energiebedrijf doet ons dat na.”
De Nederlandse energiemarkt is aan het begin van deze eeuw geliberaliseerd, waarbij het netbeheer en de productie en het leveren van energie aan respectievelijk de overheid en de markt zijn toebedeeld. “Door de energietransitie zie je echter dat deze splitsing enigszins teniet wordt gedaan. Er is een mengvorm aan het ontstaan met daarin een hybride structuur”, aldus Unger. Op de vraag waarom de Nederlandse markt voor het Tsjechische energiebedrijf interessant is, antwoordt hij: “Ten eerste is Nederland niet een op zichzelf staande markt. Landen zijn met elkaar verbonden. EPPE was al actief in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Nederland was een witte vlek die daar tussenin lag. Het is een interessante, volwassen markt, zeker door de vroege splitsing die er heeft plaatsgevonden. EPH ziet zichzelf als een professionele speler die deel wil uitmaken van een professionele markt. Je ziet bij eerdere acquisities dat meer internationale bedrijven interesse hebben in de Nederlandse markt. Er is goede toegang tot beurzen, volatiliteit en liquiditeit in de markt. Ook geldt Nederland op het gebied van de energietransitie als een aantrekkelijke koploper.”
Toen de kans zich voordeed de Nederlandse markt te betreden, greep EPH die met beide handen aan. In 2021 werd het Zeeuwse PZEM Energy Company door de publieke aandeelhouders te koop aangeboden. “Zie dit als een soort veiling, waar de bij PZEM behorende activiteiten werden geveild. Hieronder vielen het handelshuis, de business-to-business verkoopactiviteiten, de gaspijpleiding Van Bergen op Zoom naar Vlissingen en een aandeel van 50 procent in de Sloecentrale.” In januari dit jaar werd de koop van PZEM Energy Company door EPPE afgerond. Ongeveer tegelijkertijd kocht EPPE ook de andere helft van de aandelen van de Sloecentrale aan en werd de Rijnmond-centrale overgenomen. Daarop volgde in mei de overname van MaasStroom en de helft van de aandelen van de Enecogen-centrale van een Amerikaans bedrijf. Unger, die tot die tijd ceo van PZEM Energy Company was, werd aangesteld om het nieuw opgerichte EP NL te leiden.
Dat EPPE uitsluitend gasgestookte energiecentrales overneemt, berust vanzelfsprekend niet op toeval, legt Unger uit. “Bij PZEM wilden wij al inspelen op de toenemende behoefte aan flexibel vermogen die door de onvoorspelbare opwek van zonne- en windenergie is ontstaan. Voor het balanceren van het hoogspanningsnet is dat van belang. Deze strategie is in 2019 al uitgerold en sluit nu één op één aan op de strategie van de nieuwe eigenaar. De Sloecentrale, de Enecogen-centrale en de MaasStroom zijn de meest moderne en efficiënte energiecentrales van Nederland. Destijds hebben wij bij PZEM ook overwogen gascentrales over te nemen. De toenmalige publieke aandeelhouders hadden echter een andere visie. Ze kozen er juist voor om afstand te nemen van commerciële activiteiten. Het mooie is, zegt Unger, dat door onderdeel uit te maken van een groot Europees energiebedrijf je partijen als Siemens makkelijker in beweging krijgt om alternatieve verbrandingstechnologieën te ontwikkelen. Zo wordt onder andere gekeken naar het bijmengen van waterstof bij aardgas in de energiecentrales. Dit zal volgens hem een significante invloed hebben op de uitstoot van CO2, verwacht hij.
Het reduceren van emissies van de centrales is prioriteit, stelt Unger. “Wij doen een significante investering van tientallen miljoenen in het verhogen van de efficiency van de Sloecentrale. Enecogen had een soortgelijke investering al genomen. Hierdoor kan met minder aardgas meer elektriciteit worden geproduceerd. Deze winst valt vooral te boeken dankzij turbineoptimalisaties, die het rendement en daarmee de efficiency met 1,6 procent verbeteren. Dat lijkt misschien niet zo spectaculair, maar gezien de grote hoeveelheden aardgas die ermee zijn gemoeid, zijn dit aanzienlijke verbeteringen op het gebied van het aardgasverbruik en de CO2-uitstoot”, vertelt Unger. Volgens hem is het noodzakelijk om dergelijke stappen nu te zetten, aangezien er in Nederland nog geen grote hoeveelheden groene waterstof beschikbaar zijn. “Dus dan moet je eerst de efficiency van de huidige technologieën verder zien te verbeteren.”
Unger zegt momenteel de handen vol te hebben aan de integratie van de energiecentrales in de Nederlandse organisatie. Het kantoor van EP NL is in Middelburg gevestigd, en voor het aansturen van de centrales zijn aanpassingen op systemen nodig. De laatste jaren waren wij qua werkgelegenheid al gegroeid. Nu zie je dat er veel nieuwe collega’s uit andere landen instromen. Wij zijn binnen het bedrijf van vier naar twintig nationaliteiten gegaan, wat tot gevolg heeft dat de voertaal van Nederlands naar Engels is veranderd. Voor mijn collega Filip Biznár, cfo bij EP NL, is het prettig dat hij alles in het Engels kan volgen.” Bij EP NL werken nu een kleine 250 medewerkers, van wie ongeveer de helft bij de vier energiecentrales. “Wij groeien enorm en moeten onze medewerkers in de organisatie integreren. Qua cultuur moet er een eenheid worden gecreëerd, wat niet zo eenvoudig is aangezien de centrales achter hoge hekken in havengebieden zijn gevestigd. Ons doel is de mensen ervan te overtuigen dat zij onderdeel uitmaken van al onze Nederlandse activiteiten. Een operator in een energiecentrale moet beseffen dat zijn inbreng waardevol is wanneer de opgewekte energie succesvol wordt verhandeld.”
“De energietransitie is een enorme puzzel”, vindt Niels Unger van EP NL. “Het is goed om onderwerpen niet op deelgebieden te beslissen, maar in een integrale benadering te overzien. Het laatste wat je wilt, is immers stagnatie. De beschikbaarheid van energie moet altijd bovenaan staan. We moeten van een langetermijnvisie uitgaan, en bedrijven zouden niet op voorhand te afhankelijk van subsidies dienen te zijn. Nu zie je soms dat een business case zelfs op basis van subsidies wordt opgesteld.”