- Nieuws
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Magazine
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Selecteer Pagina
Selecteer Pagina
door Victor van der Chijs | 1 sep, 2023
De beelden van afgelopen zomer zullen niet alleen op mijn netvlies gebrand staan. De verzengende hittegolven in Zuid-Europa, de oplaaiende bosbranden op Rhodos, de verwoestende hagelbuien in Italië. We zien met eigen ogen de directe gevolgen die de klimaatverandering teweegbrengt.
Tekst: Victor van der Chijs
Klimaatverandering, voor sommigen is dat woord een eufemisme. Zij spreken liever van een klimaatcrisis. Hoe dan ook, als nu nog niet iedereen doordrongen is van de noodzaak om uitvoering te geven aan de maatregelen die we met elkaar hebben afgesproken om de opwarming van de aarde tegen te gaan, wanneer dan wel?
Ook in Nederland hebben we daarover afspraken gemaakt. We zullen met zijn allen aan de bak moeten. Het bedrijfsleven heeft zich verplicht de uitstoot van CO2 fors te reduceren. In het Rotterdamse havengebied zijn we volop bezig met de omslag van fossiele naar hernieuwbare energie. De initiatieven in het industriecluster Rotterdam-Moerdijk tellen op tot bijna 40 procent van de nationale klimaatdoelstelling voor 2030.
Maar hoewel inmiddels iedereen de urgentie voelt dat we moeten opschieten met deze transitie, stokt die toch. Daar zijn verschillende redenen voor: wetgeving die uitblijft, vergunningen die niet of niet snel genoeg loskomen, rechterlijke vonnissen die projecten stilleggen, subsidies die te lang op zich laten wachten. Het is alsof er een deken van onvermogen is neergedaald over bestuurlijk Nederland.
Met recht zijn we trots op het poldermodel dat we hier doorgaans hanteren. We praten misschien lang en veel, maar dan komen we er ook uit. Het is de vraag of we ons dat op dit thema nog kunnen permitteren.
Als we inderdaad van een klimaatcrisis kunnen spreken, ligt het dan niet voor de hand dat we daarnaar handelen? We hebben dat eerder gedaan bij de financiële crisis van 2008, die aanleiding was voor de Crisis- en Herstelwet. Die is trouwens nog steeds van kracht en gaat volgend jaar op in de nieuwe Omgevingswet. Ik heb al eens eerder gepleit voor een Transitiewet, specifiek gericht op het tijdig halen van de klimaatdoelen in combinatie met groene industriepolitiek.
Eén ding weten we zeker: als we blijven voortmodderen, gaan we de klimaatdoelen niet of niet op tijd halen. De energietransitie is zo veelomvattend dat we het anders moeten doen, in elk geval tijdelijk. Zodat we als maatschappij sneller die bocht kunnen nemen.
Hou me ten goede: ik pleit hier niet voor het overboord zetten van onze democratische principes. We moeten zuinig zijn op ons stelsel van ‘checks and balances’. Wel zouden we kritisch moeten onderzoeken wat er binnen dat stelsel beter, slimmer en sneller kan. Hoe bereiken we een nieuwe balans tussen wat democratisch noodzakelijk blijft en wat een crisis van ons vraagt?
Dat brengt mij op een crisis van geheel andere orde. De kabinetscrisis en de daardoor noodzakelijke verkiezingen zorgen voor nieuwe vertraging in de klimaataanpak. Beleid en uitvoering liggen weer voor maanden stil. Maar ik wil positief afsluiten: als opstellers van verkiezingsprogramma’s, campagneleiders en lijsttrekkers er nu eens voor zorgen dat voortvarend klimaatbeleid dit najaar écht een verkiezingsthema wordt, dan groeit uit deze kleine crisis misschien toch iets moois voor de grote crisis.
Door in te loggen of je aan te melden voor de nieuwsbrief, krijg je toegang tot extra, interessante content.
Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!