- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Vijf jaar geleden sloeg het Europees servicecenter van Compressor Products International (CPI) een nieuwe weg in. De vestiging besloot het onderhoud van zuigercompressoren, waarvan de onderdelen door moederbedrijf CPI gemaakt zijn, volledig zelf te gaan uitvoeren. Dat pakte goed uit.
Tekst: Erik Stroosma
“Al het onderhoud voerden we altijd al in eigen beheer uit, maar we werkten daarvoor samen met andere partijen”, vertelt sales manager Wesley Reek. “Veel machinaal onderhoudswerk besteedden we bijvoorbeeld uit. Het onderhouden, repareren en reviseren van zuigercompressoren waar onze onderdelen in zitten, doen we bij bedrijven op locatie en op onze vestiging in Zuidland. In de werkplaats daar kunnen we compressoren tot en met 20 ton in hun geheel reviseren. Zwaardere eenheden onderhouden we er ook, maar dan gedemonteerd. We doen dat onderhoudswerk onder andere voor alle grote raffinaderijen en petrochemische bedrijven in Europa. Hier in Zuidland zijn we direct verantwoordelijk voor Nederland, Vlaams-België en Denemarken en binnen Europa supporten wij ook de klanten en werkzaamheden van onze Europese CPI-collega’s. Om al het onderhoud zelf te kunnen uitvoeren, hebben we de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in machines en technisch personeel, waaronder engineers en machinaal verspaners. In die nieuwe strategie fungeren we als one-stop-shop; alles onder één dak. Die weg blijkt erg succesvol. Omdat we op het gebied van onderhoud nu meer kunnen bieden dan voorheen, trekken we veel nieuwe klanten en opdrachten aan.”
Het Amerikaanse CPI is sinds 1990 in Nederland gevestigd. “In Heenvliet werd in dat jaar een servicecenter geopend”, zegt Reek. “Dat kwam voort uit het agentschap dat hier al actief was en vanuit de vestiging in Duitsland werd verzorgd. In 2009 verhuisden we naar het huidige pand in Zuidland [op Voorne-Putten, red.]. Twee activiteiten combineren we hier: het uitvoeren van onderhoud voor Europese klanten en de verkoop van onze producten aan bedrijven in Nederland, Denemarken en Vlaamstalig België. Dat zijn hoofdzakelijk eindverbruikers van zuigercompressoren. Voor hen maken we kunststof onderdelen. Daarvan leveren we een complete range waarbinnen de meeste vraag is naar zuigerveren, draagbanden, pakkingringen en kleppen.”
De basis voor die activiteiten werd in 1897 gelegd in Philadelphia door France Compressor Products. Die door A.W. France opgerichte firma begon met het maken van pakkingsringen voor zuigercompressoren. Aanvankelijk van metaal, later van kunststof. Daarin vervulde het bedrijf een voortrekkersrol door in de jaren twintig van de vorige eeuw als eerste bakeliet en carbon, en een combinatie daarvan, toe te passen in zijn producten. France Compressor Products was ook de eerste die gevulde PTFE-verbindingen introduceerde in zijn onderdelen voor compressoren. Na verloop van tijd kwamen daar gevulde thermoplastische verbindingen bij, zoals PEEK, PPS en speciale nylonsamenstellingen. Reek: “In het produceren van onderdelen van die kunststofmengsels is CPI gespecialiseerd. In totaal zijn er 32 verschillende samenstellingen. De zuigercompressoren waarin onze onderdelen zitten worden toegepast in de olie- en gasindustrie en petrochemische industrie. Elke samenstelling is precies afgestemd op de gassoort waarvoor de compressor bestemd is. Dat hele proces vindt plaats in eigen huis. Het maken van de kunststoffen, het samenstellen van de mengsels, het daadwerkelijk mengen van de kunststoffen en het gieten van de onderdelen.”
De onderdelen die CPI vanuit Zuidland verkoopt, worden hoofdzakelijk geproduceerd in de fabrieken van het bedrijf in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Heel bijzondere onderdelen, bijvoorbeeld met bovenmaatse afmetingen, worden in Amerika gemaakt, aldus Reek. Onder meer in Stafford in de staat Texas, waar inmiddels de hoofdvestiging staat. De naam France Compressor Products verdween in 2007 toen dat bedrijf Compressor Products International overnam en besloot die naam te gaan voeren omdat die beter aansluit bij de activiteiten van het wereldwijd actieve bedrijf. “De kracht van CPI zit hem in verschillende zaken: het brede assortiment aan onderdelen dat we leveren, het grote aantal samenstellingen waarin we die producten kunnen maken en het feit dat we ons altijd blijven ontwikkelen.”
Voorbeelden van vernieuwingen zijn volgens Reek onder meer de onderdelen voor industriële pompen die CPI onder de naam Pumpguard produceert. “Daarmee zijn we ook die markt gaan bedienen. Voor pompen leveren we onderdelen als aslagers, waaier slijtringen en drukringen. Die kunststof delen hebben een lage thermische uitzettingscoëfficiënt en bieden uitstekende weerstand tegen aantasting van chemische stoffen, schokken en hydrolyse. In de toepassingen waarin ze gebruikt worden verhogen de hydraulica aanzienlijk en verbeteren de pompprestaties. En dat met een lager energieverbruik en minder slijtage. Wat uiteindelijk leidt tot gereduceerde onderhouds- en bedrijfskosten.”
Daarnaast heeft CPI ook een productlijn voor het monitoren van zuigercompressoren. “Die zijn ontworpen om systeemstoringen tijdig te detecteren en voorkomen daarmee schade”, aldus Reek. “De volgende stap in die service is het voorspellen van onderhoud. Daarvoor werken we samen met zorgvuldig geselecteerde partners, die bekend zijn met de petrochemische industrie. Met hen hebben we onder andere een alarmeringssysteem ontwikkeld dat slijtage, trillingen en temperaturen waarneemt en bieden we een systeem aan dat falen van componenten voorspelt; predictive maintenance dus. Daarmee wordt onverwacht uitvallen van een unit voorkomen. Zo blijven we ons producten- en dienstenpakket, net als degenen die CPI opbouwden, steeds weer vernieuwen.”