- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Het vak wordt ten onrechte nog wel eens onderschat, vindt Renate van Maaren, general manager bij het Nederlands Centrum voor Technische Isolatie (NCTI). “Bij het aanbrengen van industriële isolatie moet je echt je je kennis op orde hebben én je hoofd erbij houden. Een kier van één millimeter kan al tot desastreuze gevolgen leiden.”
[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]
Net als in andere sectoren stelt de vergrijzing ook isolatiebedrijven voor uitdagingen. “De huidige werknemers van tussen de vijftig en zestig jaar beschikken over zo’n twintig tot dertig jaar werkervaring”, zegt Van Maaren. “Jongere isoleerders zijn in veel gevallen ingehuurde krachten, die van project naar project gaan. De kennis beklijft daardoor minder goed. Je ziet dat grote isoleerders moeite hebben om kwalitatief goed personeel te vinden.” Ze vindt het een zaak voor de hele branche dat het opleidingsniveau op peil blijft. Dat is ook zo leuk voor nieuwkomers in het vak. “Dat houdt het boeiend. Ikzelf hou er ook van te leren en om mij te blijven ontwikkelen. Dat is ook goed voor iemands eigenwaarde. De laatste jaren is er echter voor gekozen meer gedecentraliseerd op te leiden. Dat terwijl onze branche juist baat heeft bij een gecentraliseerde aanpak.”
Het NCTI houdt kantoor bij het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Isolatiebranche (OOI) in Woerden. Dat is wel zo handig, om de lijnen tussen beide organisaties kort te houden, zegt Van Maaren. Het NCTI bestaat ruim vijftien jaar en is ontstaan uit de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB) en de Commissie Isolatie Nederlandse Industrie (CINI). De functie van het NCTI is die van kenniscentrum: het overdragen van kennis. Dat gebeurt op verschillende manieren, legt Van Maaren uit, die sinds vorig jaar general manager is bij het NCTI. “Ten eerste geven wij trainingen. Van oudsher trainingen wij mensen in de CIRI-richtlijn. Daarnaast komt er binnenkort onder meer een training over de ISO-richtlijn, materiaalkennis en andere kleine doelgerichte modules.”
Bij deze nieuwe trainingen komen verschillende soorten isolatie aan de orde, met als overkoepelend doel meer begrip hierover bij te brengen. “Cursisten leren begrijpen wat temperatuur met een materiaal doet. Ook leren ze welke materialen voor welke temperaturen geschikt zijn. Een groter begrip van de effecten van temperatuur en processen op isolatiematerialen draagt bij aan duurzamere isolatiesystemen. Ook de mogelijkheden komen aan de orde om tot een maximale energiebesparing voor de klant te komen, door bijvoorbeeld van samengestelde systemen gebruik te maken. Hoewel onze branche niet jaarlijks overstroomt van nieuwe materialen, kunnen wel innovaties worden bereikt door in bepaalde situaties anders te denken.” Van Maaren zegt de nieuwe trainingen over materialen als een gat in de markt te beschouwen. “Het NCTI onderstreept hiermee dat het – naast het geven van trainingen over CINI-richtlijnen – ook als kenniscentrum op andere thema’s van toegevoegde waarde in de markt kan zijn.”
Het verrichten van inspecties is een andere belangrijke activiteit van het NCTI. Het centrum wordt onder meer ingeschakeld wanneer er een geschil is tussen twee partijen over de manier van isoleren. “Wij hebben een groep onafhankelijke experts waarop een beroep kan worden gedaan als men er onderling niet uitkomt. Deze specialisten bekijken de uitvoering en brengen daarna een advies uit. Ik vind het mooi om te zien dat dit meestal wordt opgevolgd. Soms hebben partijen van te voren al onderling afgesproken om ons advies te volgen. Ook worden wij gevraagd te inspecteren hoe de isolatie op een plant erbij staat. Is de juiste isolatie gebruikt, hoe staat het met corrosie onder isolatie en is er mogelijk energieverlies? Verder staan wij bedrijven bij die zelf met isolatiematerialen werken, die geen goede eigen isolatierichtlijn hebben. Op basis van hun eigen, andere richtlijnen en wat wenselijk is komen onze inspecteurs tot een advies. Zo weten wij de klantspecifieke middenweg te vinden, bijvoorbeeld over de opslag op een site, de werkwijze of het onderhoudsplan. Het lijkt simplistisch, maar veel bedrijven hebben dit nog niet goed vastgelegd.”
Een kenniscentrum moet zelf de kennis ook ergens vandaan zien te halen. Hoe pakt het NCTI dit aan? Van Maaren zegt over jarenlange ervaring te beschikken die zij opdeed bij een bedrijf dat in hogetemperatuurisolatie actief is. “Voor het geven van trainingen en het verrichten van inspecties putten wij uit ons netwerk, met daarin mensen die over veel ervaring beschikken. Maar hier ligt ook een uitdaging, want het aantal specialisten is door de uitstroom beperkt geworden.” Voor het NCTI is het zaak mee te groeien met de nieuwe aanwas. Mede dankzij de eigen trainingen over CINI of tot inspecteur lukt dat redelijk goed, legt ze uit. “Tot inspecteur opgeleide mensen bieden wij regelmatig een actieve rol in ons netwerk aan, bijvoorbeeld voor het geven van trainingen, de rol van inspecteur of in de examencommissie. Zo houden wij ons netwerk actief.” Het meer binden van mensen aan het netwerk is een van de doelen die het NCTI-bestuur zich heeft gesteld.
Een ander doel van het kenniscentrum is om meer netwerkbijeenkomsten te houden, waar specialisten een en ander over materialen of toepassingen vertellen. Geen commercieel verhaal, benadrukt Van Maaren, maar inhoudelijk van aard. Hier is afgelopen zomer mee gestart, maar door de coronacrisis is het tot minder netwerkbijeenkomsten gekomen dan ze had gehoopt. Het geven van de trainingen is niet door ‘corona’ geraakt. Integendeel, het afgelopen jaar heeft het NCTI juist meer trainingen dan ooit verzorgd. “Wij kozen voor locaties met veel ruimte, zodat mensen afstand tot elkaar konden houden. Ook was er in ruime mate desinfectiemiddel voorhanden en moesten deelnemers op hun plaats blijven zitten. Bij het aankomen en verlaten dienden zij een mondkapje te dragen.” Van Maaren merkte dat vrijwel alle werkgevers hun mensen toestond de trainingen bij te wonen. “Het volgen van een training wordt als een zakelijke activiteit gezien. Eventueel kunnen wij ook een training op locatie bij een bedrijf geven.”
Op het gebied van materialen is er – op een aantal producten voor nichetoepassingen na – niet zoveel veranderd in het isolatievak, vindt Van Maaren. Een nieuwe ontwikkeling is wel het gebruik van prefab isolatiematerialen. “Dit levert tijdswinst op bij het isoleren van lange, rechte leidingen. Maar op plekken met weinig ruimte zal je creatief moeten isoleren. Dan komt het alsnog op de skills aan.” Praktijksituaties als deze benadrukken volgens haar het belang van de nieuwe training over isolatiematerialen. Mensen moeten goed weten wat er gebeurt als ze onverhoopt iets verkeerd doen. “Je moet blijven nadenken! Als je bij hoogthermisch of cryogeen isolatiemateriaal een kier van een millimeter hebt, moet je weten tot wat voor desastreuze gevolgen dat kan leiden voor de plant. Of wat er gebeurt als een isolatiemateriaal bij een bepaalde temperatuur kan uitzetten. Als je hier een aantal plekken van hebt op een leiding, kan dit dit substantieel warmteverlies en corrosie onder isolatie leiden.”
“Het vak van isoleerder wordt nogal eens onderschat. Men denkt: wat steenwol er omheen, afdichten en klaar. Ook in de branche hoor ik zulke geluiden”, zegt Van Maaren. “Maar het is een vak waarbij je kennis op orde moet zijn en je je hoofd erbij moet houden. Ik vind het leuk om te zien dat bij veel jongens de wil om te leren aanwezig is. Dan zijn ze op de eerste dag van een tweedaagse cursus nog een beetje timide, maar op de tweede dag komen de vragen. Goede vragen vaak, waar ook wij goed over moeten nadenken. Die discussies, het nadenken over het hoe het beste kan en de mensen die bij ons komen trainen – met soms het inspecteurschap als gevolg – daar ben ik trots op!” Van Maaren stelt twee doelen te hebben waar ze de komende jaren op wil inzetten. Ten eerste een verdere groei van het aantal deelnemers aan de trainingen, en ten tweede zou ze graag energiebesparings- en duurzaamheidsmodellen willen ontwikkelen. Daar hangen echter kosten aan, en voor een kenniscentrum is het niet zo eenvoudig die financiering te vinden. “Wat zou het mooi zijn als er vanuit ministeries, CAO’s of bedrijven meer middelen voor ons beschikbaar zouden komen? Daarmee zouden wij de kennisoverdracht nog verder vorm kunnen geven. Momenteel moet het NCTI zichzelf grotendeels financieren en dat blijft in een kleine branche elk jaar weer een uitdaging.”
“Bij zeventig procent van onze inspecties blijkt dat engineering voor te goedkope materialen heeft gekozen”, vertelt Renate van Maaren van NCTI. “Er wordt nog steeds veel beknibbeld op isolatiematerialen. Als mensen zien dat ze een euro per vierkante meter op isolatiemateriaal kunnen besparen en wat samples van een product hebben gezien, dan denken ze vaak dat het wel goed zit. Maar lang niet altijd zit het goed. Te dunne afwerkingsplaten of materiaal met een te lage densiteit kan tot lekkage leiden.” Dit valt volgens Van Maaren op te lossen door het geven van goed advies, door uit te leggen waarom een goedkope keuze niet altijd werkt. “Vaak is er niet verder over nagedacht. Wij merken dat onze adviezen meestal niet als kritiek, maar als kennisverrijking worden gezien. De wil om het te herstellen is er dan meestal ook.”
[/et_bloom_locked]