
Wie over migratie begint, raakt al gauw een gevoelige snaar. Het debat in Nederland over dit onderwerp blinkt doorgaans niet uit in nuance. Het is in hoge mate gepolariseerd, waarbij voor- en tegenstanders nauwelijks nog naar elkaar luisteren.
Tekst: Victor van der Chijs
Het nieuwe kabinet heeft het voornemen om migratie aan banden te leggen. Immigratie welteverstaan, want de emigrant wordt geen strobreed in de weg gelegd. De regeringspartijen werden het eens over het ‘strengste asielbeleid ooit’. Toch is het aantal vluchtelingen dat naar Nederland komt maar een klein percentage van de totale immigratie. Verreweg de meeste mensen komen naar Nederland voor werk, studie en de liefde. Of een combinatie daarvan.
Over arbeidsimmigratie is – ook binnen de coalitie – minder eenstemmigheid. Daarom is het niet zonder betekenis dat regeringspartij VVD op dit onderwerp onlangs van koers veranderde. Ook de liberalen willen het aantal arbeidsmigranten nu beperken. De partij wil het aantrekkelijker maken voor werkgevers om in te zetten op innovatie en mechanisatie, in plaats van op arbeidsmigranten.
Hoe realistisch is dat? In de haven van Rotterdam is vrijwel al het werk dat daar maar enigszins voor in aanmerking komt, al geautomatiseerd. Kijk maar eens rond op een moderne containerterminal, of in een distributiecentrum. Automatisering van dat soort standaardwerk heeft niet plaatsgevonden dankzij stimulerend kabinetsbeleid, maar omdat het efficiënter en veiliger is, én omdat er moeilijk mensen voor te vinden zijn.
Als robots en machines werk kunnen overnemen, zullen ondernemingen dat niet nalaten. De stelling dat automatisering stokt omdat er voor weinig geld mensen ingevlogen worden, gaat voor de Rotterdamse haven niet op. Er is een structureel en groeiend tekort aan arbeid, en dat gaan we niet oplossen zonder migratie.
Hier in de haven gaat het vaak om maatwerk, bijvoorbeeld om in de industrie installaties te bouwen, te onderhouden of te vernieuwen. Dan zijn er tijdelijk honderden gespecialiseerde krachten nodig, experts die ervoor zorgen dat die installaties gaan of blijven draaien. Zoveel technisch geschoolde mensen zijn in Nederland niet beschikbaar.
Natuurlijk, migratie brengt ook maatschappelijke vraagstukken met zich mee. Druk op de woningmarkt, slechte arbeidsomstandigheden en zelfs uitbuiting: we sluiten onze ogen daar niet voor. Alleen al om het draagvlak voor migratie niet verder te verkleinen, is het noodzakelijk om die randverschijnselen aan te pakken.
Daar is allereerst landelijk overheidsbeleid voor nodig. Het kabinet zet de eerste stappen in die richting. Werkgevers krijgen waarschijnlijk meer verantwoordelijkheden in het huisvesten van arbeidsmigranten en in het voorkomen van overlast voor omwonenden. Daar krijgen bedrijven een grotere zorgplicht dan ze nu gewend zijn.
Maar los van plichten getuigt het gewoon van fatsoen om arbeidsmigranten niet als tweederangs werknemers te behandelen en de omgeving daaronder te laten lijden. Als zij zich welkom weten en omwonenden zich niet bedreigd hoeven voelen, vaart Nederland daar alleen maar wel bij. En hoeven we niet geforceerd in te zetten op het inkrimpen van een groep werknemers die we keihard nodig hebben.