- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Bij Air Products zijn ze de fase van het plannen en ontwikkelen van energietransitieprojecten voorbij. Er wordt al gegraven, gelast en beton gestort. Paul Hoogeveen, tonnage gas director North-West Europe bij het bedrijf, geeft in Europoort Kringen een toelichting op de projecten die lopen, schetst de context ervan en blikt vooruit.
Pal voor het raam van de werkkamer in Rotterdam van Paul Hoogeveen vinden de bouwwerkzaamheden plaats voor de bouw van het waterstoftankstation dat Air Products dit voorjaar aankondigde. “Air Products is gespecialiseerd in industriële gassen als stikstof, argon, zuurstof, synthesegas en helium. Ook hebben we een tientallen jaren lange expertise op het gebied van waterstof opgebouwd, dat een cruciale rol in de energietransitie inneemt. Met het oog op de energietransitie zullen we snel gaan uitbreiden.” Het gaat om substantiële investeringen in waterstof, zegt Hoogeveen. Al zijn die, zo relativeert hij, nog bescheiden in vergelijking met de bedragen die Air Products in de thuismarkt Noord- en Zuid-Amerika investeert.
“De energietransitie geeft een impuls aan onze activiteiten”, maakt hij duidelijk. “Ik wil benadrukken dat wij ondanks de investeringen in waterstof een gassenbedrijf blijven, en geen energiebedrijf worden.” Hoewel de energietransitie een actuele, deels toekomstige ontwikkeling is, is Air Products’ expertise in waterstof dat niet. “We zijn al vijftig jaar actief met waterstof. In al die jaren hebben wij voor allerlei verschillende toepassingen veel ervaring opgedaan.” Het waterstoftankstation dat in Rotterdam bij Air Products wordt gebouwd is bestemd voor het bedienen van zwaar wegtransport. Het Amerikaanse industriële gassenbedrijf gaat het tankstation niet alleen bevoorraden, maar zal er ook eigen tankwagens laten tanken. “Vergis je niet, de vultechniek voor een waterstoftankstation is niet triviaal. Je hebt te maken met hoge druk en een vluchtige stof. Het tanken is lang niet zo eenvoudig als met benzine of diesel. Onze kennis en ervaring stelt ons in staat om de vultechniek dusdanig te engineeren dat het tanken net zo makkelijk, veilig en snel gaat als bij een conventioneel tankstation”, aldus Hoogeveen.
Om – onder meer – het watertankstation te bevoorraden, breidt Air Products de productiecapaciteit voor vloeibare waterstof in Rotterdam flink uit. Dit moet in 2025 gereed zijn. “We produceren al vloeibare waterstof voor nichetoepassingen. Die capaciteit gaan we met een veelvoud vergroten, waarmee de productie van vloeibare waterstof mainstream wordt. Wij verwachten dat de vraag naar waterstof voor mobiliteitstoepassingen sterk zal groeien. Vanuit Rotterdam zullen wij vloeibare waterstof in Noordwest-Europa gaan distribueren”, vertelt Hoogeveen. Voor de productie van waterstof wordt nu nog aardgas gebruikt in Rotterdam, wat CO2-emissies met zich meebrengt. “Wij gaan een aantal van onze fabrieken verbouwen, zodat CO2 die bij de productie vrijkomt, wordt afgevangen en gezuiverd. Deze CO2 zullen wij in Porthos gaan opslaan. Air Products is een van de vier startklanten van dit project. Volgens onze planning moet het aanpassen van de fabrieken in 2026 of 2027 klaar zijn. Dat stelt ons in staat om blauwe waterstof te maken, een eerste kwalificatie van schoon.”
Eind juni maakten Air Products en Gunvor bekend dat ze een ontwikkelingsovereenkomst hebben getekend voor de bouw van een waterstof-importterminal op de site van Gunvor in Rotterdam. “Ook als we de Noordzee vol zetten met windmolens dekt dat de toekomstige vraag naar groene waterstof niet af”, stelt Hoogeveen. Het is volgens hem noodzaak om energie uit het buitenland te importeren. “Dat halen wij van waar het hard waait en waar de zon schijnt: uit het Midden-Oosten. Wij bouwen aan een 2 GW electrolyseproject waar groene waterstof uit hernieuwbare energie wordt geproduceerd. Omdat waterstof zich over grote afstanden niet makkelijk laat vervoeren, zetten wij dit om in ammonia. Dit is een gas dat onder koude temperaturen en weinig druk vloeibaar is. Zo gaan we het vervoeren, net zoals kunstmestproducenten onderling al jarenlang doen. Dit drukloze transport van ammonia pakt mogelijke veiligheidsproblemen die zich rond het transport kunnen voordoen bij de wortel aan.”
De ammonia die in Rotterdam aankomt, wordt ter plekke in een kraker naar waterstof omgezet. De waterstof wordt vervolgens gasvormig in een leidingsysteem gevoed. Hoogeveen verwacht dat de waterstof-importterminal en bijbehorende kraker in 2026 operationeel zullen zijn, al houdt hij wel een slag om de arm. “Er is nog geen final investment decision genomen. Wel zijn in samenwerking met Gunvor en het Havenbedrijf Rotterdam de eerste stappen gezet ten aanzien van het terrein en de steigers. Maar de context, de wet- en regelgeving, is nog niet scherp genoeg. We zijn daarvoor in dialoog met de Nederlandse en Europese beleidsmakers.” Hij zegt vertrouwen te hebben in de richting die is ingeslagen. ‘The direction of travel’ is juist, stelt Hoogeveen. “Maar we merken dat het taai en lastig is om de wet- en regelgeving dusdanig vorm te geven, zodat we naar de uitvoering toe kunnen.” Dat geldt ook voor Porthos, zegt hij. “Desondanks heb ik geen greintje twijfel dat Porthos er gaat komen.”
“Vanaf 2026 zullen wij in staat zijn om klanten allerlei vormen van waterstof te bieden. We hadden al grijze waterstof; daar zal dan ook blauwe (koolstofarme) en groene (hernieuwbare) waterstof zijn bijgekomen”, aldus Hoogeveen. Hij spreekt van een ‘waanzinnig fascinerende fase van zijn loopbaan’. “Ik heb een kritische dochter en kan nu met een verhaal thuiskomen. Het is fantastisch om een constructieve bijdrage te leveren aan iets waar mensen zich zorgen over maken. En er zit nog veel meer in het vat. Dit is nog maar een eerste rondje aan projecten in Nederland. Wij hebben zo veel knowhow dat wij andere industrieclusters in Noordwest-Europa kunnen helpen decarboniseren. Er komt een volgende golf aan investeringen in lagekoolstofproductie. Wij gaan een sleutelrol in de energietransitie spelen. Jullie horen nog van ons!”
“De sterk gestegen energieprijzen zijn een zorgwekkende ontwikkeling. De basisindustrie heeft er veel last van”, zegt Paul Hoogeveen van Air Products. Hij stelt dat het bedrijf desondanks een sterk commitment heeft om de plannen voor de energietransitie uit te voeren in Nederland en Noordwest-Europa. “In de zware industrie zijn we langetermijndenkers. We denken niet drie jaar, maar minstens dertig jaar vooruit. Dat betekent dat we ons niet van de ingeslagen koers laten brengen door kortetermijnverstoring op het gebied van energie. Er moet echter wel zicht blijven op een goede concurrentiepositie in vergelijking met de import van basisgrondstoffen uit het buitenland. Kortom, er moet licht aan het einde van de tunnel zijn.”
Air Products opent komend voorjaar een nieuw kantoor in Den Haag. Hier zullen ongeveer tweehonderd ingenieurs gaan werken. “Voor het ontwerpen en bouwen van fabrieken die veilig, efficiënt en betrouwbaar werken, hebben we hooggekwalificeerde ingenieurs nodig. Ze hebben niet alleen werk aan deze projecten, maar ook nog voor de volgende set aan decarbonisatieprojecten. Inmiddels hebben we al tussen de vijftig en honderd ingenieurs aangetrokken. Het is een uitdaging, maar we gaan ze vinden”, vertelt Paul Hoogeveen van Air Products.
Air Products is een Amerikaans industriële gassenbedrijf met een wereldwijde omzet van 12,7 miljard dollar. Het bedrijf is al ruim vijftig jaar in Nederland gevestigd: