- Nieuws
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Magazine
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Selecteer Pagina
In een wetsvoorstel van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei wordt het bedrijven verplicht gesteld groene waterstof te gebruiken, signaleert VEMW. De brancheorganisatie vindt deze waterstofverplichting geen goede zaak.
De Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), belangenbehartiger voor de zakelijke elektriciteit- gas- en waterafnemers in Nederland, reageert op het wetsvoorstel dat door de ministeries wordt geconsulteerd. Deze ‘jaarverplichting hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong in de industrie’ verplicht het bedrijven om vanaf 2026 hernieuwbare waterstof in te zetten.
De VEMW vindt de verplichting ‘zeer onwenselijk’, ook omdat de Europese Commissie niet achter een dergelijke verplichting staat. “Bij het aantreden van de coalitie stelden PVV, VVD, NSC en BBB dat zij geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid wilden”, reageert algemeen-directeur Hans Grünfeld van VEMW. “Nederland heeft namelijk al een CO2-heffing boven op het EU ETS. Toch zijn EZ en KGG van plan een verplichting op installatieniveau en dus een bedrijfsverplichting, te implementeren. Dit baat ons zorgen, temeer omdat de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie al zorgwekkend is door de gevolgen van de nationale CO2-heffing, netcongestie en hoge transporttarieven voor elektriciteit. De huidige inschatting maakt RFNBO-waterstof [Renewable Fuels of Non-Biological Origin, red.] zo’n vier tot zeven maal zo duur als fossiele waterstof. Daarnaast is er geen zekerheid over de beschikbare volumes RFNBO-waterstof in 2026 en daarna. Er is dus hulp nodig voor bedrijven om de overstap te maken.” VEMW pleit voor het gebruik van ‘de wortel’, om bedrijven te belonen voor het inzetten van groene technologieën.
Zie ook: Havenbedrijf enthousiast over pilot met afvalstromen