- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
DCMR Milieudienst Rijnmond wil dat het voorzorgsbeginsel, in elk geval voor PFAS, wettelijk wordt verankerd. Ook streeft de dienst naar meer aandacht voor gezondheidseffecten.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) publiceerde dit voorjaar het rapport ‘Industrie en omwonenden’, waarin wordt geconcludeerd dat Tata, Chemours en de asfaltcentrale Nijmegen de gezondheid van omwonenden onvoldoende hebben gewaarborgd. DCMR zegt de uitkomsten ‘uiterst serieus’ te nemen en wil verbeteringen doorvoeren.
Dat de provincie Zuid-Holland en DCMR voor de vergunning van Chemours scherpe eisen hebben gesteld, zou door de OvV worden gewaardeerd. “Het gaat nu om oplossingen van de problemen waar milieudienst en provincie tegenaanlopen. Bijvoorbeeld de revisievergunning, waarin een reductie van de uitstoot potentiële zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) door Chemours was opgenomen. Deze hield geen stand, omdat de rechtbank vond dat daar onvoldoende wettelijke basis voor was. Om het voorzorgsprincipe werkelijk te kunnen toepassen en ook potentiële ZZS, in elk geval PFAS, te kunnen reguleren, is wetgeving nodig die dat beter mogelijk maakt”, aldus DCMR.
DCMR zegt te merken dat er in de samenleving meer aandacht is – en onrust bestaat over – de gezondheidseffecten van emissies. Daarom zegt de dienst werk te willen maken van de aanbeveling van de OvV om daar meer aandacht aan te geven. DCMR wil door middel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) de gezondheid van omwonenden zoveel mogelijk beschermen. “Wij willen gezondheid sterker in de VTH-uitvoering inbedden en de samenwerking met GGD op dit gebied gaan versterken.”
Zie ook: DCMR omarmt technische innovaties