Brutsaert Ingenieurs

Brutsaert Ingenieurs maakt sprong naar Nederland

Als het gaat om Niet-Destructief Onderzoek (NDO) heeft het Gentse bedrijf Brutsaert een sterke reputatie in België en Luxemburg. Inmiddels is de expansie naar Nederland op gang gekomen. Een gesprek met de eigenaren Guy Steurbaut en Frank Labiau.

Tekst: Mels Dees

De naam Brutsaert Ingenieurs dekt niet helemaal meer de lading, blijkt uit uw website.

Steurbaut: “Het is inderdaad zo dat het bedrijf, dat al in 1952 is opgericht door Daniël Brutsaert, in 1996 na een management buy-out door ons is overgenomen. We hebben echter de naam gehouden, die is bekend in de markt.”

Jullie zijn voornamelijk actief als reseller, als wederverkoper van apparatuur die gebruikt wordt voor NDO-activiteiten.

Steurbaut: “Inderdaad. We leveren met zes medewerkers rechtstreeks aan inspectie- en onderhoudsbedrijven, of direct aan ondernemingen die actief zijn in de chemie, de petrochemie of de scheepvaart. We verkopen niet alleen de instrumenten, maar geven ook de instructie hoe ze de toestellen moeten gebruiken. Zelf doen we geen inspecties, dan zouden we gaan concurreren met onze eigen klanten.” 

Labiau: “Eenzelfde strategie voeren we als het gaat om trainingen. Wij bieden geen heel uitgebreide trainingen aan, juist omdat sommige van onze klanten dat als belangrijkste activiteit hebben. Wel organiseren we frequent korte opleidingen op verzoek van bedrijven waaraan we leveren. Dan heb je het over een training van één of twee dagen. Dan leggen we de theorie van de instrumenten die we verkopen uit, hoe het toestel bediend moet worden en nemen we de medewerkers mee in een aantal praktijksituaties. Het is een service naar onze klanten die duidelijk maakt dat we meer doen dan alleen het verkopen van producten.”

Jullie zetten in op langetermijnrelaties met klanten.

Steurbaut: “We zijn al vanaf 1952 vooral een partner voor onze klanten. Nu nog komen bedrijven waaraan we in de beginjaren van onze onderneming toestellen leverden naar ons toe voor een advies of een reparatie. Wij hebben de kennis van die apparaten nog in huis en beschikken vrijwel altijd over de originele reserveonderdelen. Dat is belangrijk voor ons; we leveren immers geen wegwerpartikelen, maar hoogwaardige apparatuur waar onze klanten op moeten kunnen vertrouwen.”

Labiau: “Ons doel is een zo goed mogelijke dienstverlening te verzorgen. Als onze klanten een vraag hebben, krijgen ze snel antwoord van ons. We zijn een zelfstandige firma en hebben er baat bij onze klanten te vriend en tevreden te houden. We werken, in tegenstelling tot sommige andere firma’s niet met hard sales verkopers. Die worden beoordeeld naar het aantal verkopen op korte termijn. Maar het vervolgtraject, de langere relatie met de klant verdwijnt dan vaak uit het zicht. Wij zoeken steeds samen met de klant naar oplossingen, bekijken samen de mogelijkheden en toetsen onze theoretische oplossing aan de praktijk, vooraleer we overgaan tot een verkoop. Zo zijn we zeker dat onze oplossing écht werkt en de verwachtingen van de klant zo goed als mogelijk worden ingelost. Sinds 1952 doen we dat zo in België en Luxemburg. Nu bouwen we op diezelfde wijze een reputatie op in Nederland.”

Die markt is niet meer helemaal nieuw voor jullie.

Labiau: “Een aantal jaar geleden kregen we de kans om de hoofdvertegenwoordiging van de fabrikant Waygate Technologies voor ultrasoon in Nederland te doen. Ook voor Foerster, fabrikant van Eddy Current apparatuur, werken we volledig voor de Nederlandse markt. SREM Technologies, een fabrikant van producten voor magnetisch en penetrant onderzoek vertegenwoordigen we ook in Nederland. Deze producten worden veel in de maritieme sector gebruikt.” 

Steurbaut: “Vanuit Gent, waar we gevestigd zijn, lag een eerste stap naar Zeeland voor de hand, maar inmiddels hebben we in heel Nederland grote klanten in de chemie, de petrochemie en de nautische industrie. We merken dat onze manier van werken aanslaat.”

Wat kunt u meer in het algemeen zeggen over NDO? Krijgt het onderwerp voldoende aandacht bij bedrijven?

Steurbaut: “Bij ondernemingen die zelf actief bezig zijn met inspecties natuurlijk wel, maar daarbuiten is soms nog een wereld te winnen.”

Labiau: “Inspecties worden in veel bedrijven als een kostenpost gezien…”

…terwijl de schade die kan ontstaan als een inspectie achterblijft forser kan zijn.

Labiau: “Precies. En niet alleen uitgedrukt in geld. Het kan levensbedreigend zijn als op inspecties wordt bezuinigd. Dat realiseert niet iedereen zich.”

Nu willen veel plant owners liever geen mensen meer laten werken in gevaarlijke ruimtes of op hoogte en zetten in op robotisering. Hoe kijken jullie daarnaar?

Labiau: “Vooral bij Seveso-bedrijven wordt het principe ‘No human entry in confined spaces’ vaker toegepast. De huidige oplossingen zijn soms nog niet sluitend, maar daar zien wij de komende jaren verandering in komen. Ja, er wordt meer gedaan met robots of drones, opdat mensen bijvoorbeeld geen stellingen hoeven te bouwen. Anderzijds hebben wij ook een klant die een eigen telescopische paal met meetcel ontwikkelde om metingen tot op een hoogte van twintig meter te kunnen uitvoeren in combinatie met onze traditionele apparatuur.”

Steurbaut: “Een kleinere firma die zijn tank eenmaal per jaar inspecteert, kan een investering in een drone of robot gewoon niet doen. Ook wij hebben natuurlijk robot-oplossingen in het assortiment, bijvoorbeeld de ‘Bike’, een robot die met magnetische wielen tanks kan inspecteren. Maar in de praktijk is het grootste deel van onze handel nog altijd de hoogwaardige handapparatuur. Die toestellen worden nog steeds heel veel ingezet voor NDO-activiteiten. Sterker nog: die markt is groeiende, merken we.”