Select Page

Kritisch meedenken

door | 23 feb, 2023 | Duurzaamheid, Uitgelicht

Alex Ouwehand (foto: Pierrre Crom)

De Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland is geen organisatie die op de barricaden staat. Zij streeft vooruitgang na door samen te werken met het bedrijfsleven in de haven, het liefst al in een vroegtijdig stadium van projecten. “We willen meedenken met bedrijven. Maar we zijn ook wel kritisch”, zegt Alex Ouwehand, directeur van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland.

[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]

Wat is de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland voor een organisatie?

“De uit 1972 daterende Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland is van origine een Rotterdamse stichting. Zij is opgericht omdat er naar aanleiding van het rapport van de Club van Rome zorgen waren over de vuile kant van de Rotterdamse haven. Vanaf dag één zijn wij betrokken bij alle ontwikkelingen op het gebied van milieu, klimaat en verduurzaming in de haven. Tot op de dag van vandaag is dat niet veranderd. Wel anders is dat wij in de beginjaren agenderend en actiegericht opereerden; wij waren aan het duwen en trekken om verbeteringen tot stand te brengen. Door de jaren heen hebben wij veel deskundigheid opgebouwd, ook van ingewikkelde processen. We proberen nu zoveel mogelijk in het begin van het traject mee te denken. Daar willen wij zo vroegtijdig mogelijk bij betrokken zijn. We spreken bijna dagelijks wel iemand van het Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en individuele bedrijven. Wij hebben als Natuur en Milieufederaties aan tafel gezeten bij het Klimaatakkoord en het uiteindelijke resultaat ook ondertekend. Nu zijn we deelnemer aan de Rotterdamse klimaattafel Haven en Industrie die door Alice Krekt van Deltalinqs wordt geleid. Zo pakken we onder leiding van Deltalinqs veel zaken gezamenlijk op. Natuurlijk is er een spanningsveld tussen het ondernemersbelang en wat wij vanuit de maatschappelijke agenda belangrijk vinden. Vaak zit hem dat niet in awareness, maar wel in tempo en accentverschillen die we graag anders zouden zien.”

Jullie zijn lang niet de enige natuur- en milieuorganisatie in Nederland. Zou het niet veel efficiënter zijn om al die clubs te bundelen tot één krachtige, nationale natuur- en milieuorganisatie?

“Binnenskamers werken we met alle natuur- en milieuorganisaties samen, zoals met Greenpeace, Milieudefensie, het Wereld Natuur Fonds en Natuur en Milieu, zelfs tot meer actiegerichte organisaties aan toe. De stip op de horizon delen we allemaal, maar hoe we de weg ernaartoe zien, daarin verschillen wij van elkaar. Organisaties als Milieudefensie en Greenpeace zijn agendasettend bezig en meer actiegericht. Zij proberen de maatschappij te mobiliseren en bereiden met hun leden allerlei acties voor. Wij zijn zelf niet van de actie. Door onze betrokkenheid en kennis hebben we geleerd om samen met overheden en het bedrijfsleven stappen te zetten om tot je hoofddoel te komen. Vaak is de opgave groot en zijn tussenstappen nodig om je doel te bereiken. Dat betekent dat je van binnenuit bij een bedrijf of een cluster van bedrijven een beweging moet zien los te krijgen. Daar ligt onze kracht. Met name door zo samen te werken, proberen wij maatschappelijke opgaven te realiseren. Het lijkt me daarom niet verstandig om alle organisaties op één hoop te gooien, want beide functies zijn nodig. Het zou ook niet goed werken als we allemaal hetzelfde gaan doen. Dat geldt natuurlijk ook voor de ondernemers in de haven. Je moet vanuit een bepaalde duurzaamheidsstrategie proberen je doelen te bereiken of je producten verder te ontwikkelen. Wij werken sterk vanuit de ‘global goals’ van de VN en de doelen van het Klimaatakkoord. Voor ons is dat de basis die nu in de praktijk moet worden gebracht en daar werken we graag aan mee. Natuurlijk zien we dat het ingewikkeld is voor bedrijven om daar voortgang in te boeken. Je loopt tegen veel zaken aan, waaronder wet- en regelgeving. Ook lopen innovatieprocessen niet altijd zoals vooraf bedacht, maar uiteindelijk moet je het gaan doen. Ook bedrijven in de Rotterdamse haven moeten voor de samenleving relevant blijven en hun ‘licence to operate’ behouden. Wij proberen in dat proces als kritische NGO mee te denken. We zien het grote belang van de Rotterdamse haven, die heel belangrijk is voor de sociaal-economische ontwikkeling van Nederland en het BNP. We willen graag dat de haven richting 2050 maximaal verduurzaamt en dat de doelen voor 2030 worden gehaald, niet alleen voor de klimaatopgave, maar ook als nieuw duurzaam en circulair economisch model voor Rotterdam. Waarmee wij als samenleving voor de komende eeuw weer vooruit kunnen.”

Je doet dit werk al bijna twaalf jaar. Wat maakt dat je hier klaarblijkelijk op je plek zit?

“Aan de ene kant heeft dat te maken met mijn opvattingen over rentmeesterschap, dat we iets moeten nalaten wat goed is voor komende generaties. Daarnaast is er een persoonlijke vorm van nieuwsgierigheid en betrokkenheid bij innovatieve processen. Ik vind het mooi dat wij als organisatie kunnen verbinden en helpen om tot resultaat te komen. Onze kennis inbrengen en kunnen lobbyen voor bepaalde zaken, bijvoorbeeld als wet- en regelgeving niet helemaal lekker loopt. Toen de Gate terminal werd aangelegd, moest een aantal zaken op het gebied van bestemmingsplannen, verordeningen en wetgeving worden aangepast. Dan spelen wij een rol. We zitten ook in de Waterstofcoalitie; we willen deze ontwikkeling versnellen, want we zien waterstof als een van de belangrijkste energiedragers van de toekomst. Om dat goed en snel te implementeren heb je projecten nodig zoals H-vision, HyNetwork Services – voorheen HyTransPort – en de investering in groenewaterstoffabrieken waar onder meer Shell mee bezig is. We moeten die infrastructuur op elkaar laten aansluiten. We hebben groene stroom nodig om waterstof te maken. Deze investeringen moeten op z’n minst gelijk op blijven lopen. Ook is het belangrijk hoe je met de governance omgaat. Wij vinden dat dit soort basale waterstofinfrastructuur in een omgeving als de Rotterdamse haven publiek eigendom moet blijven. Zoals grond een strategische waarde voor de haven vertegenwoordigt, doet de toekomstige infrastructuur dat ook. Als het bij een beperkt aantal bedrijven in handen is en het wordt een keer verkocht, dan ben je afhankelijk van de goodwill van de koper. Als dat een Chinees bedrijf is, zijn we helemaal klaar. We willen dat dit goed geregeld gaat worden.”

Heb je in al die jaren affiniteit met de haven gekregen?

“Ik denk het wel, ja. Laat ik vooropstellen dat ik het niet alleen doe. In ons team zitten ook andere mensen die met de Rotterdamse haven bezig zijn. We kennen de haven goed, weten wat er speelt en hebben een groot netwerk in de haven. Je kunt alleen op een goed niveau een bijdrage leveren als je voldoende kennis hebt van hoe het nu precies in elkaar zit, wat bedrijven doen en wat hun strategie is. Dat kan je alleen doen als je een grote betrokkenheid hebt, anders gaat het gewoon niet werken.”

Heb je het idee dat bedrijven willen vergroenen? 

“Dat is ambivalent. De wil om te vergroenen is er, maar vaak ervaren bedrijven allerlei haken en ogen waardoor het niet snel genoeg gaat. Er wordt te lang afgewacht wat de overheid precies wil. Dat is wel een ding. We hebben niet veel tijd meer te verliezen, ook omdat de wereld om ons heen tempo maakt. Rotterdam is nog steeds toonaangevend, maar die leidende positie is in een veranderende economie geen vanzelfsprekendheid. Daar ligt een grote opgave voor iedereen in de haven. Om een voorbeeld te geven: energiebesparing is door de hoge energieprijzen nu weer een topic. Maar als ik bij bedrijven kom, zie ik soms nog TL-lampen in plaats van betere en meer duurzame oplossingen. Ook zijn er flenzen en afsluiters met ontbrekende of beschadigde isolatie. Met frequentiegeregelde koelers en pompen kan ook winst worden behaald. Het is toch niet meer anno 2023 om daar niet beter in te investeren? Bovendien ben je een dief van je eigen portemonnee. Hoewel dit de energiekosten omlaag brengt en een aanzienlijke bijdrage aan de CO2-reductie levert, is de awareness niet overal groot. De provincie Zuid-Holland is nu bezig met een project waarbij scans bij bedrijven worden gedaan. Gemiddeld blijkt zo’n dertig tot veertig procent energiebesparing nog steeds mogelijk te zijn. In 2013 hebben wij samen met CE Delft een vergelijkbaar onderzoek gedaan met een gelijksoortige uitkomst. Alles wat je bespaart, hoef je niet te produceren, dus dat bespaar je eigenlijk dubbel. Ik vind het niet meer dan normaal dat bedrijven maximaal investeren in energiebesparing binnen de al beschikbare investeringsvolumes. Het hoeft bij wijze van spreken niet eens extra geld te kosten. Van een aantal bedrijven hoor ik regelmatig dat ze dat laaghangend fruit al lang hebben geplukt, maar in de praktijk blijkt dat dus echt nog niet zo te zijn. Bedrijven laten gewoon geld liggen.”

Vind je dat bedrijven een punt hebben als ze stellen dat de overheid te traag is, er onvoldoende infrastructuur is en dat wet- en regelgeving innovatie in de weg staat?

“Deels ben ik het ermee eens, maar je moet je er niet achter gaan verschuilen. Natuurlijk moet wet- en regelgeving voor een aantal zaken versneld worden aangepast. Maar laat ik energiebesparing als voorbeeld blijven noemen. Sinds 1993 is in de Wet milieubeheer afgesproken dat je alle maatregelen aan energiebesparing moet nemen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend. We zijn inmiddels dertig jaar verder, maar je ziet dat dat niet echt goed gebeurt. Dat kan natuurlijk niet. Dan kan je wel zeggen dat de overheid te traag is of dat de regelgeving niet goed is; dat is wel waar, maar deze wet geldt al jaren. Dat moet echt stukken beter. We vinden ook dat DCMR deze wet ook niet goed genoeg handhaaft. De andere kant is ook waar. De overheid loopt te vaak achter de feiten aan. Daardoor kost het allemaal erg veel tijd. Investeringen blijven uit of worden getemporiseerd. Wetgeving sluit vaak niet aan op wat nodig is; het kost ook veel tijd om tot actualisering en nieuwe wetgeving te komen. Als je dit soort wetswijzigingen achter elkaar koppelt, ben je een heleboel kostbare tijd kwijt. Daarom hebben we parallelle processen nodig, waarin een aantal zaken aan wet- en regelgeving gelijktijdig kunnen worden geregeld. Vanuit onze organisatie wil ik meehelpen om het besef dat geactualiseerde wet- en regelgeving tijdig nodig is hoger op de agenda te krijgen. Dit zodat bedrijfsinvesteringen en de energietransitie niet onnodig stagneren.”

Hoe kunnen jullie daaraan jullie steentje bijdragen?

“Wij hebben onze eigen lobby-ingang richting de Tweede Kamer en Brussel. Daarnaast kunnen wij publiceren en maatschappelijke druk opbouwen. Verder zijn wij in staat om wanneer nodig een procedure op te starten. We helpen bij investeringen met Letters of Support. Ook denken we mee bij beleidsvorming en andere overheidsmaatregelen.”

Hoe kijk jij aan tegen de uitspraak van de Raad van State over de bouwvrijstelling stikstof? Een belangrijk project als Porthos loopt nu waarschijnlijk vertraging op.

“Ik sluit me aan bij minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof: de tijd van geitenpaadjes is voorbij. Dat geldt zeker ook voor de Rotterdamse haven. In een eerder gepubliceerd opinieartikel hebben wij vastgesteld dat de transitie niet zonder een vorm van CO2-opslag kan. Porthos moet daarin dus een rol gaan spelen. Niet als eindoplossing, maar in de transitieperiode hebben we een instrument als Porthos nodig om een versnelling te kunnen creëren. Als je dat doet, moet je je niet alleen aan de wet houden, maar heb je ook de dure plicht om dat zo duurzaam mogelijk te gaan realiseren. Weliswaar vindt bij de aanleg van Porthos beperkte stikstofuitstoot plaats, ik vind dat je dat moet voorkomen, mitigeren of compenseren. Maar Porthos heeft in plaats hiervan een geitenpaadje gekozen. Het redeneert: als de vrijstelling van stikstof in de bouw kan, dan valt de aanleg van Porthos daar ook onder. Wij hebben daarvoor gewaarschuwd, want wij wisten van tevoren al dat dit helemaal fout zou gaan. Daarvoor had Porthos eerder een vergunningaanvraag gedaan, die ze toen had willen compenseren met een verminderd aantal scheepvaartbewegingen bij de Gate terminal tijdens de coronaperiode. Ook dat was een geitenpaadje.Toen bleek dat dat niet ging lukken en dat MOB een procedure aanspande, hebben ze die vergunningaanvraag ingetrokken en kozen ze voor dat tweede geitenpaadje: aansluiting bij de bouwvrijstelling stikstof. Dat verhypotheken moet je niet doen met zo’n strategisch project. Je maakt je zo ook afhankelijk van procedures en gerechtelijke uitspraken. Bij het project Aramis [dat zich richt op het realiseren van een nieuwe infrastructuur vanaf land naar platforms onder de Noordzee, waar CO2 in lege gasvelden wordt opgeslagen, red.] is wel een passende beoordeling gedaan, en is vastgesteld wat er aan stikstofuitstoot plaatsvindt. Daar gaan ze er dus ordentelijk mee om. Dat spreekt mij meer aan. Natuurlijk vind ik het wel belangrijk dat Porthos gaat worden gerealiseerd. Gelukkig heeft de rechter in de uitspraak een uitzondering gemaakt en Porthos de gelegenheid gegeven om tot een oplossing te komen.”

Vanwaar dit verschil in aanpak denk je?

“Bij Porthos was men erop toegespitst om maximale snelheid te maken. Het uitwerken van een passende beoordeling kost even tijd. Toch kan je in het voortraject beter wat meer tijd daaraan besteden om dat gelijk goed te krijgen. Want nu moet je het voor de tweede keer precies zo doen als Aramis al had gedaan. Ik begrijp dat niet. Zo neem je veel te veel risico en uiteindelijk kost het niet meer tijd.”

Je spreekt over geitenpaadjes. Die zouden helemaal niet nodig zijn als eindelijk het mes wordt gezet in de stikstofuitstoot waarmee het stikstofprobleem is opgelost. 

“Ja, maar er is natuurlijk een grote olifant in de porseleinkast, en dat is de landbouw. De haven produceert ook NOx, maar in verhouding tot wat de agrarische sector uitstoot is dat van een andere orde. Tot nu toe hebben we om die olifant heen gelopen en hebben de politiek en het bestuur het niet aangedurfd om daar wat aan te doen. Het onderwerp is lang vooruitgeschoven, net zolang totdat de grens was bereikt en Nederland op slot ging. Ik pleit ervoor dat iedere sector zijn eigen broek moet ophouden. De haven moet zorgen dat haar eigen stikstofbelasting wordt gereduceerd, in een fors tempo het liefst richting 2030, zoals we dat ook van de landbouw verwachten. Ik hoop dat dit kabinet zich niet weer laat afleiden; dat we structureel maatregelen nemen die de landbouw perspectief geven en Nederland van het slot af halen. Als je diep in mijn hart kijkt, wil ik Nederland niet door een rechter laten besturen. Nu komt de rechter aan bod voor de meest ingewikkelde dossiers. Als de overheid door de rechter in het ongelijk wordt gesteld, tekent zij direct hoger beroep aan. Dat doet ze niet om tot een echte oplossing te komen, maar om tijd te winnen en de beeldvorming te pleasen. We hebben bestuurlijk lef nodig om dit goed aan te pakken.”

Heb je er vertrouwen in dat de opwarming van de aarde nog tot 1,5 graad valt te beperken?

“‘Vertrouwen’ vind ik een verkeerd woord. Want dat doe je nu op iemands mooie blauwe ogen en die fase heb ik gehad. De rapporten waar we nu kennis van hebben, reppen bij een ongewijzigde situatie van een opwarming richting de 3,2 graden in 2050. Dat is een heel somber beeld, dat gevolgen heeft voor alle delta’s in de wereld en veel kwetsbare gebieden. We kunnen dat alleen nog maar oplossen door er met z’n allen de komende vijf à tien jaar voor te gaan. Er is nog meer bewustwording en inzet nodig om binnen anderhalf à twee graden te blijven. Alle jaren die we nu zijn verloren door er alleen maar over te praten, moet je ergens in gaan halen. Er is dus straks steeds minder tijd over. Dat wordt dus best ingewikkeld. Toch ben ik een positief ingesteld mens. Ik heb er vertrouwen in dat de samenleving actie gaat ondernemen, maar tot nu toe is er iedere keer een flinke crisis nodig geweest voordat dat gebeurde. Dat gun ik ons niet. We zijn intelligent genoeg om dat te voorkomen. Bij verschillende bedrijven merk ik dat zij hetzelfde in de wedstrijd zitten. Zij voelen dit ook en vragen zich af of ze over twintig jaar nog relevant zijn. Zijn ze er nog wel? Kunnen ze het zich nog veroorloven om zwaar in fossiel te investeren? Een aantal bedrijven is leidend, zoals LyondellBasell, Neste en Vopak, die enorm aan het investeren zijn. Dat is de weg die we op moeten gaan.”

Je zegt dat jullie in kleine stapjes werken richting het grote doel. Wat zou 2023 voor jou geslaagd maken?

“Het is belangrijk dat het Versnellingshuis vleugeltjes gaat krijgen. Het begint nu vorm te krijgen; een aantal mensen is aangesteld om dat verder in te vullen. Daarmee moeten we dit jaar echt een flinke stap kunnen zetten. Daarnaast denk ik aan een betere vergunningverlening en toezicht: transparant en navolgbaar. Rijnmond Energie werkt bijvoorbeeld zonder een natuurvergunning. Dat terwijl zij op verzoek van minister Jetten ook nog hun productie hebben opgevoerd om de energievoorziening op peil te houden. Dat kan echt niet; het is een waanzinnig knelpunt. Daarnaast zit er nog veel latente stikstofruimte in oude vergunningen die niet wordt gebruikt. Die moeten we eruit halen ten gunste van de transitie in de Rotterdamse haven. Dat zou echt een flinke stap zijn. Ook moet de chemische industrie de PFAS-stoffen in het productieproces versneld terugbrengen. Er moet een groter bewustzijn komen dat we ons oppervlaktewater continu chemisch aan het vervuilen zijn. We zijn in het water PFAS aan het stapelen en creëren cocktails van verschillende PFAS-stoffen die niet of nauwelijk afbreekbaar zijn. Water hebben we nodig om te produceren, maar ook om van te leven. Later gaat het waanzinnig veel moeite kosten om het er überhaupt uit te krijgen; misschien gaat dat zelfs niet lukken. Met dit PFAS-dossier komen we niet verder; iedereen handhaaft de status quo. Dit is een nog veel grotere bedreiging voor onze samenleving dan de stikstofcrisis. Ik hoop dat we daar de pas in kunnen zetten en dat we ook steun vanuit het bedrijfsleven kunnen krijgen. Ook bedrijven hebben daar alle belang bij.” 

Wie is Alex Ouwehand?

Alex Ouwehand werkte 19 jaar bij de ANWB en daarna als directeur bij Stichting De Noordzee. In 2011 trad hij in dienst als directeur bij de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland. Ouwehand zat namens GroenLinks in de gemeenteraad van Noordwijk en de Provinciale Staten van Zuid-Holland.

[/et_bloom_locked]

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!