- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Shell Moerdijk – dat sinds vorige maand officieel Shell Chemicals Park Moerdijk heet – kondigt een drietal duurzaamheidsmaatregelen aan. Het investeert in de bouw van een pyrolyse-olie-upgrader, is bezig met plannen voor een waterstoffabriek en wil binnen tien jaar naar netto nul CO2-uitstoot. Zoveel duurzaamheidsinitiatieven; dit vraagt om een toelichting van general manager Richard Zwinkels.
[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]
Is een investering van 70 miljoen euro in een pyrolyse-olie-upgrader ook voor Shell-begrippen omvangrijk?
“Het is een heel grote investering. Maar ik zie dit niet alleen maar als een investering in onze fabriek. We zijn in aan het investeren in een hele waardeketen. In Oost-Nederland zijn wij bezig met de joint venture BlueAlp, waarbij we samen met een plastic-inzamel- en sorteerbedrijf plastic afval nemen. Via pyrolyse produceren wij er pyrolyse-olie uit. BlueAlp heeft dezelfde tijdslijn als wij. Als zij de productie opstarten, zijn wij ook klaar om die pyrolyse-olie op te werken voor grootschaliger gebruik in onze kraakinstallaties dan nu het geval is. Wij zijn vorig jaar begonnen met het inzetten van pyrolyse-olie op op kleinere schaal; dat noemen we tankwagenschaal. In de huidige operatie kunnen we dat prima accommoderen, maar als je de schaal wilt vergroten, moet je de pyrolyse-olie opwaarderen. Er zitten restcomponenten in die je eruit moet halen.”
Naar wat voor schaal willen jullie toe?
“Eind volgend jaar willen we de fabriek opstarten. Dan kunnen we de hoeveelheid plastic die wij nu in Noord Brabant inzamelen, terugwinnen als voeding voor die fabriek. Terwijl we die stap nemen, bereiden wij een capaciteitsuitbreiding voor om in deze fabriek al het plastic afval te verwerken dat in Nederland wordt ingezameld. Dat is echt significant. Je moet je realiseren dat we een paar jaar geleden nog niets hadden. Ter vergelijking: veertig jaar geleden begonnen wij met het inzamelen van glas, dat daarvoor nog gewoon in de vuilnisbak werd gegooid. Het heeft tientallen jaren geduurd voordat we op een recycle rate van negentig procent zijn gekomen. Stapsgewijs boek je vooruitgang. En de klant moet er ook aan gaan wennen, he? Als je de klant de keuze biedt: wil je een shampoofles gemaakt van duurzame of van aardolie-gebaseerde grondstoffen? Zodra je dat doet, gaat de klant zich ook anders gedragen. Het gaat dus om een bredere investering in de hele waardeketen.”
Waarom investeren jullie in pyrolyse?
“Er zijn verschillende redenen. Ten eerste is er de toenemende vraag vanuit de eindklant en onze klanten naar duurzame plastics. Ten tweede loopt de maatschappij tegen de grenzen aan van het mechanisch recyclen. Plastic dat via mechanisch recyclen wordt hergebruikt, kan je ook niet inzetten voor bijvoorbeeld de voedingsindustrie. Jij wil toch ook niet dat je broodje is verpakt in een plastic zakje dat niet gewassen is? Daar bieden wij een mogelijkheid toe. Wij willen gewoon ons steentje bijdragen aan de plasticafval-problematiek. Als je een extra waardeketen kunt opzetten door naast het mechanische recyclen via pyrolyse chemisch recyclen mogelijk te maken, ga je gewoon een stap maken. Zo gaan we dus langzaam steeds meer een duurzame chemische industrie opzetten.”
In de komende tien jaar willen jullie naar netto nul CO2-uitstoot toe. Wat is de belangrijkste uitdaging in het vervullen van dat doel?
“Dezelfde uitdaging die we met plastic hebben: we kunnen het niet alleen. We hebben verschillende partijen nodig, waaronder de wetgever en bijvoorbeeld ook transportbedrijven. Kijk bijvoorbeeld naar waterstof, een van onze belangrijkste bouwstenen richting netto nul CO2-uitstoot. Wij werken aan plannen voor de bouw van een installatie die waterstof produceert uit restgassen die vrijkomen bij andere productieprocessen op het park. Om die waterstoffabriek te laten draaien, heb je meer duurzame elektriciteit nodig. Maar daarvoor moet het net wel worden uitgebreid. De CO2 die bij de productie van blauwe waterstof vrijkomt, willen we afvangen en veilig onder de Noordzee opslaan. Maar die pijpleidingen en gasvelden moet je wel allemaal ontwikkelen. Het is een enorme waardeketen die je opnieuw opzet. Het gezamenlijk optrekken is daarin de grootste uitdaging. Ik zie het ook als een enorme kans. Als je het ergens in Europa voor elkaar kan krijgen, is het in Nederland, door die enorme concentratie van industrie en logistiek. Hier kunnen wij het doen.”
Zal het afvoeren van de CO2 via Porthos verlopen?
“Porthos is er voor de Rotterdamse industrie, voor een relatief korte periode. Uiteindelijk moet je als industrie de lege gasvelden in de Noordzee opzoeken. Dat doen wij met Aramis. [In dit CO2-transport en -opslagproject werkt Shell samen met Totalenergies, EBN en Gasunie, red.]
In hoeverre levert het project Skyline een belangrijke bijdrage om naar netto nul CO2-uitstoot te gaan? [Bij dit project vervangt Shell zestien oude fornuizen van de kraakinstallatie door acht nieuwe, red.]
“Met Skyline laten we zien dat de energietransitie gewoon echt aan de gang is. Wij hebben hier drie jaar lang de grootste kraan van heel Nederland staan. De eerste fornuizen die we hebben omgebouwd, gaan we aan het eind van het jaar opstarten. Eind 2024 zijn we zover dat we gewoon tien procent CO2-reductie voor de hele locatie hebben gerealiseerd. Deze nieuwe fornuizen kunnen uiteindelijk ook op waterstof draaien, al heb je daarvoor wel nieuwe branders nodig. Met Skyline slaan wij een enorme efficiëntieslag. De oude fornuizen hebben we ruim vijftig jaar geleden gebouwd. Die technologie bouw je gewoon nu om. Eerder hebben we het zonnepark al geopend. Zo zetten we iedere keer een stap naar netto nul CO2-uitstoot. De uitdaging zit hem er ook in dat je niet alleen overgaat naar een waterstofeconomie, maar ook dat je efficiënt gebruikmaakt van je energie.”
Welk tijdspad hebben jullie voor ogen voor de waterstoffabriek?
“Aan het eind van dit decennium willen wij naar netto nul CO2-uitstoot. Dat betekent dat we de waterstoffabriek in de tweede helft van dit decennium willen opstarten. Maar nogmaals, dat is afhankelijk van de aanwezigheid van pijpleidingen en de elektriciteits- CO2- en waterstofinfrastructuur die er moeten zijn. Aramis moet ook rond zijn. Er zijn zoveel schakels. Als het alleen maar aan ons ligt, is het heel makkelijk. Maar voor ons heeft het geen zin om die waterstoffabriek neer te zetten als ik de CO2 naar de vogels stuur. De ambitie is er, we werken met al die partijen samen en ik geloof er heilig in dat we dit voor elkaar gaan krijgen.”
[/et_bloom_locked]