- Nieuws
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Magazine
-
Uitgelicht
-
Uitgelicht
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Selecteer Pagina
Ik schrijf nu precies een jaar deze column in Europoort Kringen en deze keer moest ik mij er even toe aanzetten. Midden in kerstvakantietijd, hersens op stand rust gezet en nog even niet denkend aan begin 2022, waar we helaas alweer met de studenten online van start moeten gaan. Drama! De jeugd heeft de toekomst, maar voorlopig dus nog even niet. Talentontwikkeling wordt genoemd als de grootste uitdaging voor de haven voor de komende jaren om alle nodige transities te kunnen managen en uitvoeren. Talentverspìlling lijkt me echter het grootste probleem worden als we niet oppassen. De jeugd en jongvolwassenen zijn het kind van de rekening van deze crisis terwijl we ze heel, heel hard nodig gaan hebben. Laten we daar wat extra aandacht aan gaan besteden.
[ihc-hide-content ihc_mb_type=”show” ihc_mb_who=”2,4″ ihc_mb_template=”3″ ]
Door Larissa van der Lugt
Maar dit puntje van zorg terzijde en aandacht voor een ander puntje. De haven maakt een forse omwenteling door van voornamelijk een knooppunt in wereldwijde handelsstromen, naar een locatie waar duurzame energiestromen worden gegenereerd, samengebracht, getransformeerd en gedistribueerd. Waar de haven als mainport met grootschalige overslag meer fysiek afdreef van de maatschappij, zal de energietransitie een sterkere integratie en verbinding met die maatschappij gaan opleveren. Nieuwe infrastructuren zijn nodig die de haven verbinden – ook digitaal – met de industrieën, en steden van Nederland en Europa. Dat vraagt om een structuurvisie op nationaal niveau. En daar zit dat andere puntje.
We hebben in Nederland in 2004 het centraal gestuurde ruimtelijk ordeningsbeleid overboord gezet. De Vijfde Nota kwam er nooit en met de Nota Ruimte van april 2004 heeft het kabinet Balkenende-III een stevige decentralisatie-slag gemaakt. En vervolgens heeft het kabinet Rutte-I in 2010 het Ministerie van VROM opgedoekt en de verschillende taken bij andere ministeries belegd. Waar de Nationale Omgevingsvisie de ambitie toont om de grote opgaven waar Nederland voor staat, in samenhang aan te pakken, is het Rijk onvoldoende uitgerust om de nodige regie te voeren.
Dat er dan een casus Zeewolde ontstaat is wellicht geen toeval en een schrijnend voorbeeld van de gevolgen van een welhaast verdwenen ruimtelijk ordeningsbeleid. Want u kent de casus: een gemeenteraad van 19 man/vrouw die moesten beslissen of een gigantisch datacenter voor Facebook met groot ruimtegebruik en heel erg veel energievraag er moet komen of niet. Een besluit dat niet op dat niveau genomen zou moeten worden. Maar bij gebrek aan kader en regie vanuit provincie en ministeries moesten ze wel. En dan komt eruit wat eruit komt, met alle commotie van dien.
Een flink te betreuren casus, maar tegelijkertijd is ook een positieve ontwikkeling te bespeuren. Er is merkbaar meer en meer besef dat structuurvisie en regie nodig is. Zover dat in het nieuwe kabinet een Minister voor Ruimtelijke Ordening komt, waarmee ook hopelijk meer slagkracht en meer integraliteit. Maar dat vraagt ook lokaal wat. Want decentrale verantwoordelijkheid moet niet verloren gaan en hoog in het vaandel blijven, alleen wel zodanig dat niet alleen het eigen (lokale) belang prevaleert. We hebben als Nederland met onze kennis, onze bestaande infrastructuren en havenclusters mooie kansen op gebied van energietransitie en digitalisering, maar zijn daarbij wel heel erg en steeds meer afhankelijk van een goede, integrale ruimtelijke ordening. Een nieuw ministerie is een eerste stap maar daarmee zijn we er niet. Het vraagt stappen op alle niveaus.
[/et_bloom_locked]