- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
“Bij machines in de industrie ligt de focus doorgaans op de high-end componenten. Als dát voor elkaar is gaat men, om deze met elkaar te verbinden, ‘nog even snel de kabels regelen’.” Aan het woord is Paul Helsen, productmanager bij kabeldistributeur Jobarco. “Maar juist dan wordt het tricky. Want de vraag van 1 miljoen is altijd: waar wordt de kabel toegepast?”
Tekst: Heleen van der Maas
Jobarco maakt deel uit van de wereldwijd opererende Cable Connectivity Group, actief in de productie, distributie en assemblage van connectiviteit-oplossingen voor industrie, infrastructuur, lift- en hijstechniek en transport. De groep is gevestigd in acht landen, en heeft daarnaast een partnernetwerk in veertig landen. Het Nederlandse Jobarco is sinds 2019 bij de groep betrokken als distributeur van kabels voor voeding, besturing en data, kabelbomen en accessoires in de Benelux.
Kabels voor de installatie en industrie worden doorgaans gefabriceerd volgens nationale en internationale standaarden en normen. “Dat is geen rocket science”, beaamt Helsen. “Het draait bij selectie van de juiste kabel vooral om knowhow van elektrische eisen, brandreactie, dynamisch gedrag, uitwendige invloeden en kennis van wetgeving die een steeds belangrijkere rol speelt. Als Jobarco proberen wij op een pragmatische en toegankelijke manier uit te leggen welke aandachtspunten er zijn bij de keuze en dimensionering van kabels.”
Binnen de Europese Unie wordt gestreefd naar harmonisatie van de wetgeving rondom de toepassing van kabels, maar zover is het volgens Helsen nog niet. “Vaak is er nog steeds lokale wetgeving van kracht die heel bepalend kan zijn. Dat maakt het voor machinebouwers, integrators en installateurs een verwarrende aangelegenheid.” In de praktijk ziet Helsen bedrijven nogal eens keuzes maken op basis van uit de context gerukte uitspraak als: ‘Die kabel moet minimaal aan deze eisen voldoen.’ “Dan trekken wij de discussie open door te vragen waarop de uitspraak dat de kabel minimaal aan die bepaalde eisen moet voldoen, is gebaseerd.”
Eisen waar specifiek de petrochemische en procesindustrie mee te maken hebben, is de wetgeving omtrent standaard kabels in explosiegevoelige omgevingen. Het bijzondere aan deze wetgeving is dat de normen en eisen die eruit voortkomen, meer vragen oproepen dan antwoorden. Jobarco is erin gedoken en heeft de onduidelijkheid om weten te zetten in een praktische werkinstructie. Helsen: “In dit soort specifieke situaties hebben we vooral een adviserende rol. Het komt erop neer dat in een bepaalde gasomgeving de kabel aan specifieke eisen moet voldoen met betrekking tot mogelijke gasmigratie in de kabel. Om te verifiëren of de kabel geen openingen bevat waardoor gas door de kabel heen in een veilige zone komt, is een grondige visuele inspectie en beoordeling verplicht. In geval van twijfel, moet de kabel getest worden. Die testopstelling, goedgekeurd door een erkende instantie, hebben wij in huis. Als de kabel de test heeft doorstaan, zal tijdens een inspectie de kabel niet worden afgekeurd vanwege de door ons afgegeven declaratie.”
De productmanager van Jobarco ziet in de praktijk ook regelmatig dat bedrijven op safe spelen door hun kabelkeuze te baseren op een zo hoog mogelijke brandveiligheid. “Brandgedrag is de laatste jaren inderdaad een belangrijk aandachtspunt geworden, ook in de EU. Maar kabels die moeilijk branden zijn veel duurder dan kabels die een beperkte brandreactie hebben. Zo heeft een kabel van drie meter in een machine een veel kleinere bijdrage aan een brand dan bijvoorbeeld een kabel die over honderdtwintig meter door heel het gebouw slingert.” Een ander punt dat Helsen aanhaalt, is dat kabels in bepaalde industriële toepassingen blootgesteld worden aan omgevingsinvloeden die een bepaalde kabelconstructie noodzakelijk maakt die juist ten koste gaat van het brandgedrag. “Een kabel die goed bestand is tegen bijvoorbeeld reinigingsmiddelen in de voedingsindustrie, heeft doorgaans heel slechte brandkarakteristieken omdat die twee eigenschappen moeilijk met elkaar te matchen zijn.”
Bij dynamische toepassingen, zoals in robots, zijn weer andere eisen van toepassing. “Dynamiek heeft te maken met snelheid en versnelling. In hoeverre zijn de kabels daartegen bestand? Geconfronteerd worden met een te korte levensduur, zeker als het gaat om machines die naar andere landen en continenten worden geëxporteerd, is in verband met onderhoud niet handig. Bovendien staat de elektrische veiligheid op het spel. Als zo’n kabel breekt of scheurt, zijn de gevolgen niet te overzien.”
Zoals uit het verhaal van Helsen blijkt is het kiezen van de juiste kabel geen zwart-witverhaal. “Simpelweg voldoen aan de minimale wettelijke eisen is vanuit technisch oogpunt niet altijd voldoende. Je moet ook durven kijken naar hoe een kabel zich gedraagt in de industriële omgeving. Dat werkt twee kanten op. Soms is een goedkopere oplossing de beste omdat een beperkte brandreactie voldoende is, soms is een duurdere oplossing nodig omdat in de dynamische toepassing waarin de kabel wordt geïnstalleerd de levensduur onvoldoende is. Daarom proberen wij altijd naast onze klanten te gaan staan en willen we weten waar de kabel precies wordt toegepast.”