- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Guido Custers is projectdirecteur van HyNetwork Services bij Gasunie. Onder zijn leiding komt er een landelijk net van hergebruikte en nieuw aangelegde leidingen voor het transport van waterstof. Hij roept bedrijven op om hun waterstofplannen te concretiseren en zich aan te melden.
Je bent directeur van HyNetwork Services. Wat is dat precies?
“Gasunie is een multifunctionele onderneming. De kern is natuurlijk het transporteren van aardgas; daar is Gasunie zestig jaar geleden ook voor opgericht. Maar Gasunie is daarnaast inmiddels actief op het gebied van warmte, CO2, groengas en waterstof. En voor waterstof is Hynetwork Services opgericht om de komende jaren een landelijk waterstofnetwerk in Nederland te ontwikkelen. Dat netwerk gaat de grote industrieclusters, waaronder Rotterdam, de Eemshaven en Limburg, in Nederland met elkaar verbinden en met industrieën in België en Duitsland, met de opslagfaciliteiten voor waterstof en met importterminals.”
Waar bestaan jouw werkzaamheden uit?
“Allereerst ben ik bezig het project te structureren. Denk aan het klaarmaken van systemen en het inregelen van processen. Leidingen die we gaan hergebruiken, moeten daarvoor worden ontworpen. Ook moeten nieuwe leidingen worden aangelegd, waarvoor we vergunningen nodig hebben. Dat doe ik niet alleen; ons team telt honderdvijftig mensen. Samen leggen we in een aantal jaar tijd 1.200 kilometer aan leidingen aan. Daarvoor schakelt Gasunie aannemers in; wij gaan met tenders de markt op. Voor het eerste deel van het waterstofnetwerk in Rotterdam loopt nu de eerste tender. Voor de zomer zal deze aanbiedingen opleveren, waarna we beslissen en men na de zomer buiten aan de slag kan.”
Hoe staat het met de belangstelling vanuit het bedrijfsleven voor het eerste, 32 kilometer lange deel van het waterstofnetwerk in de haven van Rotterdam?
“Er is veel interesse. Met een launching customer zijn we al een eind op dreef. Wij merken dat er veel partijen in de haven zijn die over waterstof nadenken, wat mooi is. Daarnaast zijn er steeds meer bedrijven die waterstof als de optie zien om te verduurzamen. Dat is nog beter. Het is fijn als ze over iets nadenken, maar het heeft mijn voorkeur als ze besluiten daadwerkelijk wat met waterstof te doen.”
Hoe is de verhouding van leidingen die worden hergebruikt en die nieuw moeten worden aangelegd?
“Volgens het basisontwerp wordt 85 procent van de leidingen hergebruikt. Het gaat er wel van afhangen hoe de procedures lopen. Krijgen we de vergunningen om verbindingen te maken zoals we die willen? Als er een probleem ontstaat, kan deze verhouding iets afwijken.”
Aan welke specifieke eisen moet een leiding voldoen, wil er veilig waterstof doorheen kunnen gaan?
“De leidingen zijn aangelegd voor aardgas. Omdat de gaswinning in Groningen de afgelopen jaren sterk is teruggelopen en het verbruik van aardgas ook, kunnen we bestaande leidingen vrijspelen voor het waterstofnetwerk. Deze moeten worden klaargemaakt voor hun nieuwe taak, het transporteren van waterstof. Omdat er koolstofelementen in de leidingen zijn neergeslagen, moeten wij de buizen met een borstel poetsen. Ook moeten er afsluiters worden vervangen voor types die aan waterstofvoorschriften voldoen. Aan de buisleiding zelf hoeven wij niets te doen. De staalkwaliteit is geschikt voor waterstof, dat er veilig in kan worden vervoerd. Dat hebben wij veel getest en blijven wij de komende decennia ook doen.”
Kan ammoniak er ook doorheen?
“Voor een aardgasleiding is dat geen optie. Ammoniak is een veel giftiger stof dan waterstof of aardgas. Ik weet dat er onderzoeken lopen naar het transport van ammoniak door buisleidingen. Maar dat zijn niet onze leidingen. Ook voor het transport van CO2 zijn aardgasleidingen niet te hergebruiken. Behalve waterstof valt er wel biogas in de leidingen te transporteren.”
Komen de leidingen boven- of ondergronds te liggen?
“Allemaal ondergronds. Niet vanwege de veiligheid, maar omdat het er netjes uitziet.”
Loopt Nederland met de aanleg van dit waterstofnet voorop in Europa?
“We lopen iets voor, maar moeten opschieten want andere landen naderen met rasse schreden. Het unieke van ons aardgasnetwerk is dat wij, in tegenstelling tot de meeste andere landen, niet hoeven te wachten met het overschakelen op waterstof totdat aardgas is uitgefaseerd. Daardoor kunnen wij dus relatief snel beginnen met de aanleg van het waterstofnetwerk en bovendien veel gebruikmaken van bestaande leidingen. Dat komt de snelheid en maatschappelijke kosten ten goede. Elders in Europa staan ze voor de moeilijke keuze om gebieden van aardgas af te sluiten om ze van waterstof te kunnen voorzien. In Nederland behoudt men de aardgasaansluiting. Dat betekent dat een aantal fabrieken in een industrieel complex op aardgas kunnen blijven doordraaien en een aantal op waterstof kunnen overschakelen.”
Vlot het project?
“We liggen op schema. Ons hoofddoel is om in 2030 Nederland te voorzien van een werkend, volledig sluitend systeem. Bepaalde delen van het net kunnen we eerder aanleggen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft een uitrolplan gepresenteerd dat uit drie fases bestaat. Volgens dat plan moeten in 2025 de eerste leidingen worden gelegd. Dat lijken we te gaan halen, maar we zijn aan het rekenen of de plaatjes exact gaan kloppen. Op sommige plekken kan het wat sneller gaan en op andere plekken misschien iets langzamer. We gaan zes industriële clusters verbinden, met opslagfaciliteiten en verbindingen naar België en meerdere vertakkingen naar Duitsland.”
Is Rotterdam voor dit project van bijzonder belang?
“Rotterdam is belangrijk, want het is het eerste cluster waar wij starten. Er wordt een leiding aangelegd van de Maasvlakte via Pernis naar Moerdijk. Daarlangs is veel industrie, die wij eventueel met extra stukjes kunnen verbinden. Wij proberen de key launching customers in Rotterdam aan te sluiten, waaronder ook waterstofproducenten. Er zijn meerdere waterstofproductie-initiatieven die wij snel aan de deur verwachten. Daarna gaan wij noord- en oostwaarts uitbreiden. In het noorden is er waterstofopslag en waterstofproductie, in Brabant is er veel industrie. Vervolgens gaan wij aftakken richting Amsterdam, Zeeland en Chemelot.”
Ben je tevreden met hoe het ervoor staat?
“Ik ben blij met de ontwikkelingen op het gebied van waterstof. Steeds meer partijen zetten de knop om om een deel of helemaal op waterstof over te stappen. Dat maakt het voor ons makkelijker om waterstofleidingen aan te leggen. Wij moeten de maatschappelijke doelen niet uit het oog verliezen. De leidingen moeten worden gebruikt. ‘Wij bouwen geen lege leidingen’, staat op een tegeltje hier aan de muur.”
Hoe betalen bedrijven die van het waterstofleidingennet gebruik willen maken?
“Dat is vergelijkbaar met aardgas. Voor de aansluiting betalen bedrijven een fee. Daarnaast boeken ze capaciteit, daarmee hebben ze het recht om waterstof in de leidingen te stoppen en er elders uit te halen.”
Is er voldoende capaciteit om ook late beslissers van het waterstofnetwerk gebruik te laten maken?
“Ja, er is ruim voldoende capaciteit. We hebben eerder een analyse gemaakt of de markt interesse heeft in waterstof en hoeveel waterstof zij verwacht te gebruiken. Dat hebben wij bij elkaar opgeteld, waarop wij scenario’s hebben afgestemd. Daar bovenop hebben wij een stresstest gedaan, waarmee wij anticiperen op de situatie dat de vraag nog verder toeneemt. Op basis daarvan hebben wij de keuzes voor de leidingen bepaald. Het is niet ondenkbaar dat zich een exponentiële groei zal voordoen. Als de buurman van een bedrijf op waterstof overstapt, wil de ander niet achterblijven. Dan kan het als een sneeuwbal gaan rollen. In dat geval kunnen wij nog meer leidingen leggen en wij hebben het geluk dat we de druk in de leidingen extra kunnen verhogen.”
In hoeverre hebben jullie hinder van de stikstofproblematiek?
“Wij volgen die ontwikkelingen nauwlettend. Onder de huidige regels kunnen wij worden vergund, dus dat biedt perspectief. Natuurlijk hoop ik dat we aan de goede kant blijven staan, want om de ambitieuze klimaatdoelen te kunnen halen zullen wij met onze huidige waterstofplanning vol aan de bak moeten. Daar kunnen we niet te veel vertraging bij gebruiken.”
Waarin schuilt voor jou de grootste uitdaging in de komende jaren?
“De grootste zorg heb ik over het verkrijgen van alle vergunningen. Voor een tracé hebben we honderdvijftig vergunningen nodig. In totaal zijn er vijfien tracés. Het type vergunningen is altijd hetzelfde: denk aan het kappen van bomen of het plaatsen van afsluiters. Dat moeten we allemaal regelen. Daarnaast hoop ik dat bedrijven serieus de knop omzetten en voor waterstof kiezen. Waterstof is belangrijk voor de haven; het biedt de industrie de mogelijkheid om betaalbaar te verduurzamen. Meld je dus aan en laten we elkaar helpen.”
Guido Custers werkt al jarenlang In de energiesector, in het verleden onder meer voor Essent, BP en Delta. Sinds 2018 is hij werkzaam bij Gasunie. Hij werkte er aan het Warmtelinq-project en is nu projectdirecteur van HyNetwork Services.