- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Het gebruik van waterstof kan mkb-bedrijven een voorsprong geven op de concurrentie. Voorwaarde is wel dat de tijd wordt genomen om dit goed aan te pakken, zegt directeur John Bruijnen van INERC, dat waterstofprojecten op het gebied van veiligheid ondersteunt en trainingen verzorgt.
Ruim dertig jaar was John Bruijnen werkzaam in de olie- en gassector, toen zo’n acht jaar geleden het besef indaalde dat hij aan iets anders toe was. Iets nieuws, en ook iets waarmee hij een maatschappelijke bijdrage kan leveren. Zijn oog viel op het ‘bijzondere molecuultje’ waterstof, dat zich een tikkeltje anders gedraagt dan de andere gassen die wij kennen. “Ik zocht naar een molecuul met weinig tot geen impact op emissies. Ook is het een schone energiedrager.” Bruijnen, op het gebied van veiligheid al behoorlijk ervaren, nam twee jaar de tijd om zich in het onderwerp te verdiepen, daarbij begeleid door de professoren van TU Delft. “Ik wilde begrijpen waarover je praat. Daarnaast benutte ik de tijd om mijn certificaat hogere veiligheidskunde voor Nederland te halen.” Vanaf 2018 startte hij met het geven van trainingen op het gebied van waterstofveiligheid en ook biedt INERC – zoals zijn bedrijf heet – ondersteuning bij projecten.
“Een van mijn eerste klanten was het ministerie van Defensie, waar ik voor de afdeling Innovatie ben gaan werken. Ik heb een drone-applicatie mede helpen ontwikkelen, die op waterstof vliegt. Daarvoor is een vulstation aangeschaft, waarmee wij zelf geproduceerde waterstof kunnen tanken”, vertelt Bruijnen. “Daarnaast werk ik in het H2Sensible project samen met Adinex, Somni Solutions en EnTranCe aan de ontwikkeling van waterstofsensoren in een fiber optische kabel. Andere systemen kunnen maar met één of twee sensoren op één punt detecteren. In een fiber optische kabel kan je heel veel sensoren vlakbij een potentiële lekbron opnemen. Ook is het systeem bestand tegen hoge waterstofconcentraties, wat niet voor de andere systemen geldt.” Verder heeft INERC in samenwerking met Adinex en Carepack een waterstoftransportkoffer ontwikkeld, voor het transport van 6.8 ltr waterstofcylinders. “De koffer is uitgerust met een vlamdover, is vlamwerend en antistatisch, wat het geschikt maakt om voor bijzondere omstandigheden te worden gebruikt.”
Daarnaast biedt INERC in een brede context trainingen aan op het gebied van waterstofveiligheid, zowel gericht op de theorie als praktijk. Bruijnen zegt de kennis zo laagdrempelig mogelijk te willen aanreiken. De website Hydrogensafety.eu is daarbij een belangrijk visitekaartje. Medewerkers van Rijksgelieerde organisaties zoals de brandweer of veiligheidsregio hebben de trainingen gevolgd. Bruijnen omschrijft INERC als een klein bedrijf, met een hoge mate van expertise. “Voor het ontwerp van een standaard tankstation moeten klanten niet bij ons zijn. Wij richten ons meer op het nichewerk, zoals onderzoek en het helpen van klanten als ze ergens tegenaan lopen.” Zo beschikt INERC over software waarmee naar specifieke omstandigheden kan worden gekeken waar de standaarden geen uitsluitsel over geven. “Neem bijvoorbeeld de zonering. Standaard is die zeven meter, net als bij ATEX. Maar je moet per applicatie ernaar kijken. Soms kan minder dan zeven meter voldoende zijn, wat dure maatregelen overbodig maakt. Hiermee bieden wij oplossingen die grotere concurrenten niet hebben.”
INERC richt zich voornamelijk op bedrijven uit het mkb, waar volgens Bruijnen meestal onvoldoende kennis aanwezig is hoe waterstof veilig toe te passen. “De meeste toepassingen zijn er op het gebied van mobiliteit. Een surplus aan zonne-energie kan je bijvoorbeeld goed in waterstofmoleculen omzetten. Waterstof kan meer energie opnemen dan een batterij. Maar een oplossing moet passen binnen de bedrijfsvoering. Ik zeg altijd: breng eerst je energiehuishouding in kaart. Is er een surplus aan energie? Dan kunnen we verder praten. Dat is een voorwaarde voor een effectieve inzet van waterstof.” Bruijnen zegt een aantal misvattingen omtrent waterstofveiligheid tegen te komen. “Ten eerste onbegrip over het molecuul. Het is wezenlijk anders dan aardgas. Methaan is vier keer zo groot, waardoor waterstof in aardgasverbindingen kunnen lekken. Ook heeft waterstof een grote detonatie-envelop en een lage ontstekingsenergie. Iemand die voorbij loopt, kan al een ontstekingsbron zijn. Verder lost waterstof snel op in de lucht, wat een veiligheidsvoordeel is.”
“Bedrijven denken er veelal te makkelijk of te moeilijk over. In het eerste geval helpt educatie om tot een juiste manier van werken te komen. In het tweede geval moet je terug naar de basis. Als je je goed voorbereidt, kan je veilig met waterstof werken”, aldus Bruijnen. Het is vooral belangrijk om de tijd te nemen. Neem geen shortcuts. Als je ervoor gaat, is het belangrijk om alle voorwaarden goed op een rijtje te zetten. Dan kan de toepassing van waterstof voor je bedrijf een voorsprong op de concurrentie geven.”
Op de komende editie van de World Hydrogen Summit, van 9 tot en met 11 mei in Rotterdam Ahoy, is INERC deelnemer aan de Exhibition. Het bedrijf heeft standnummer C54.