Select Page

VOTOB

door | 1 okt, 2024 | Bedrijveninfo

Foto: Danny Cornelissen

Willem-Henk Streekstra (VOTOB)

‘Omarm ons’

“De tankopslagsector speelt een prominente rol in dit land, en de politiek zou haar moeten omarmen. Niet omdat wij zo aardig zijn, maar vanwege ons grote belang voor de welvaart op lange termijn”, zegt Willem-Henk Streekstra, directeur van VOTOB. In Europoort Kringen een gesprek over vergroenen en veiligheid, de rol van tankopslag voor energiezekerheid en Streekstra’s verwachtingen van het nieuwe kabinet.

VOTOB, de vereniging van Nederlandse tankopslagbedrijven, staat er goed voor, stelt Streekstra. “Wij zijn de afgelopen tijd gegroeid, wat de toegevoegde waarde van de vereniging onderstreept. Wij hebben een aantal nieuwe leden mogen verwelkomen, wat het totaal op 23 brengt.” Tot de nieuwe leden behoren Advario en Impala Terminals, die beide doende zijn een opslagterminal in Rotterdam te realiseren dan wel in bedrijf te nemen. “Ik ben geen ziener of economische weerprofeet, maar je kunt gerust stellen dat tankopslag in populariteit toeneemt. Dit geldt zowel voor chemie, olie, food en grondstoffen. Er wordt veel bijgebouwd.” Nederlandse opslagterminals blijken een sterke internationale positie in te nemen als het gaat om de opslag van bioproducten, zegt hij. “De helft van alle bioproducten wereldwijd loopt via Nederlandse terminals, die hier goed op inspelen. Het gaat best goed in deze industrie.”

Europese wetgeving

Wat op Europees niveau aan wet- en regelgeving wordt gemaakt, is razend belangrijk voor de tankopslagsector, legt hij uit. “De sector moet opletten, want de Europese Commissie maakt wetten die ons meer dan ooit raken. Zij wil energiezekerheid vergroten door in te zetten op strategische opslag en alternatieve resources. Voor ons is dit reden om ons sterker op Europa te richten via onze FETSA-koepel [de Europese vereniging van nationale tankopslag-brancheorganisaties, red.]” Het afgelopen jaar is het ‘gaspakket’ afgerond, dat wetgeving bevat over energiezekerheid. “Hiermee wil Europa haar gasbelangen beter behartigen. Hierin is onder meer ammoniak benoemd als opkomende grondstof en brandstof. Elk jaar weer blijkt dat Europa steeds belangrijker wordt, ook in onze tak van sport. Energiezekerheid speelt een steeds grotere rol. Uiteindelijk leidt dit alles tot meer opslag.”

Levensstandaard

“Ik zeg wel eens: hoe gekker de politiek doet, des te meer opslag nodig is”, verklaart Streekstra. “Dat geldt ook voor de oorlog die Poetin in Oekraïne is begonnen, wat ertoe heeft geleid dat wij geen olie en gas uit Rusland meer afnemen. Daardoor zijn de olieketens langer geworden en wordt er meer opgeslagen om de risico’s te kunnen opvangen.” Streekstra merkt dat de chemie in Europa het moeilijk heeft door de hoge energieprijzen. Dat zorgt voor meer invoer van producten, constateert hij. “Ook hierdoor neemt het belang van opslag toe, om zo de levensstandaard van de Europeaan gegarandeerd en veilig te houden. Mede hierdoor wordt er zo fors in deze sector geïnvesteerd. Over de hele linie, zowel in Rotterdam, Amsterdam als Antwerpen.”

Willem-Henk Streekstra (foto Pierre Crom)

Aandacht

Onlangs is binnen VOTOB een nieuwe commissie opgericht, die de belangenbehartiging rond new business op zich neemt, zoals bioproducten, waterstof, ammoniak en LOHC’s. “Het afgelopen jaar heeft de commissie zich over ammoniak gebogen. In Europa willen wij waterstof gebruiken als alternatief voor olie en gas, maar wij moeten het van elders halen omdat er hier onvoldoende windenergie op de Noordzee kan worden opgewekt. Om waterstof over lange afstanden te transporteren, moet het in ammoniak worden omgezet. Dat is een giftige stof. In Nederland zijn wij al tientallen jaren bezig om het vervoer van ammoniak en chloor van het spoor af te halen. Nu veel groene waterstof nodig is, is er ineens aandacht voor het giftige karakter van ammoniak.”

Verantwoordelijkheid nemen

Angst is een slechte raadgever, vindt Streekstra. “Daarom kiezen wij ervoor deze discussie te rationaliseren. Deze zomer is de PGS 12 tot stand gekomen, een concrete richtlijn met normen en vereisten waaraan een nieuwe ammoniaktank moet voldoen. Deze hebben wij met industriepartners en vertegenwoordigers van de overheid ontworpen. Dit laat zien dat de industrie dit veilig wil oppakken.” De politiek praat wel veel over vergroenen, maar gooit de discussie met de samenleving over veiligheid over de schutting van de industrie, stelt de VOTOB-directeur. “Wij vinden dat de overheid hierin meer verantwoordelijkheid dient te nemen. Zij moet duidelijk maken dat er groene alternatieven nodig zijn, maar ook dat dit veilig kan en er geen risico’s worden genomen. Dat aspect in haar verhaal mis ik wel eens. Wel positief is dat het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat nu samen praten over de noodzaak van import en hoe dat veilig te doen. Hierin worden goede discussies gevoerd.”

Geleidelijk

Ondanks alle woorden over waterstof en ammoniak, is volgens Streekstra ‘het eerlijke verhaal’ dat er ‘nog geen kopje ammoniak’ in Nederland is geïmporteerd. “Er is nog niets”, benadrukt hij. “Het grote probleem is dat ammoniak veel duurder is dan gas, en wie gaat dat betalen? Duitsland is een voor Nederland belangrijke handelspartner, waar men ook nog niet uit deze discussie is.” Vooral hierdoor is er in Nederland nog geen enkele definitieve investeringsbeslissing voor een ammoniak- of waterstofproject genomen. Daden laten nog op zich wachten, ziet Streekstra. “Er wordt vooral nog gepraat. Mijn oproep aan het nieuwe kabinet is helder inzichtelijk te maken wat de transitie kost. Als je dit in beeld brengt, kun je besluiten hoe hoog die kosten mogen zijn en hoe ze over de samenleving te verdelen. En dan kunnen bedrijven beslissen om te gaan bouwen. Ik verwacht dat de waterstofeconomie zich geleidelijk zal ontwikkelen. De hype zal rustiger worden. Al die woeste plannen van de afgelopen jaren zie ik niet direct worden gerealiseerd. Het zal op termijn wel gebeuren, maar hoe snel weet ik niet.”

Vriendelijk kabinet

Over het nieuwe kabinet gesproken, welke verwachtingen heeft Streekstra ervan? Zijn antwoord is niet zwartwit: “Het nieuwe kabinet streeft naar haalbare en betaalbare plannen, waar wij uiteraard achter staan. Zij wil de industrie niet uit Nederland wegjagen door het hier te gek te maken. Ook positief is dat het een Europees level playing field nastreeft. Eerdere kabinetten hadden hier ook plannen toe, maar ik ga ervan uit dat deze coalitie dit daadwerkelijk gaat uitvoeren. De hoge nettarieven verzwakken bijvoorbeeld de concurrentiepositie van bedrijven hier en ook zijn de milieu- en veiligheidseisen in Nederland absurd hoog. Wij hechten natuurlijk groot belang aan veiligheid, maar de nul-risicobenadering in Nederland gaat ons te ver. Zonder level playing field stijgen de operationele kosten zo sterk, dat bedrijven op enig moment gaan besluiten hier te vertrekken. Ik hoop dat het kabinet een realistische industriepolitiek voert waarbij het het Europese midden benadert. Het wachten is nu op het uitwerken van de plannen. Ik heb goede hoop op een vriendelijk kabinet voor de industrie.”

Positief elan

Streekstra zegt bij vorige kabinetten soms het idee te hebben gehad, dat zij de industrie als ‘zondebok’ zagen. “De industrie verdient een plek in dit land. De politiek zou haar moeten omarmen. Niet omdat wij zo aardig zijn, maar vanwege ons grote belang voor de welvaart op lange termijn. Dat aspect is lange tijd uit het oog verloren. Wij hebben beleid nodig dat ervoor zorgt dat de industrie hier blijft. Op alle fronten: niet alleen ten aanzien van energieprijzen, ook voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast moet er in de ruimtelijke ordening rekening mee worden gehouden dat lokale en landelijke politiek op één lijn worden gesteld. Wat wij nodig hebben, is positief elan.”

Foto: Danny Cornelissen

 

Nieuwsbrief

Wekelijks het laatste Rotterdamse industrienieuws direct in je inbox? Meld je dan nu aan en blijf zo op de hoogte!

Bedankt voor het aanmelden. Veel leesplezier!