- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
De ideeën, schetsen en voorlopige ontwerpconcepten liggen er al jaren. En nu zitten we volop in het traject van haalbaarheidsstudies en subsidieaanvragen. Maar wanneer zetten we die belangrijke volgende stap naar realisatie? Wanneer komt waterstof echt massaal van de grond?
Tekst: Kim de Booij
Nee, helaas, het antwoord krijg je in dit artikel niet. Maar wel een geruststellend ander geluid: we zijn klaar voor de uitvoering! Tenminste, dat zijn ze bij ingenieursbureau The Badger Company. Directeur en projectmanager Peter Klaassen wacht met smart op de echte start van waterstof. “Als ingenieursbureau richten wij ons in waterstofprojecten met name op de technische uitwerking. Voorgaande verkennende fasen, studies en subsidietrajecten laten we over aan de grotere bureaus.”
Daarmee doet Klaassen The Badger Company wellicht wat kleiner lijken dan de organisatie is. “We zijn inderdaad groter dan je denkt. Hier in Nederland zijn Barry van Zwet en ik actief in projectmanagement. Twee man, dat lijkt niet veel. Maar we hebben wel zestig collega’s, stuk voor stuk ervaren engineers. Zij werken vanuit Roemenië en sinds kort ook vanuit onze nieuwe locatie in Portugal.”
Het voordeel van de nieuwe locatie is dat waterstofprojecten in Portugal wel al echt van de grond komen. “Het grote verschil zit hem in de beschikbaarheid van groene energie”, vertelt Barry van Zwet, mededirecteur en projectleider. “In Portugal schijnt de zon veel meer en is er nog ruimte voor zonneparken. Ze trekken bovendien ook harder aan de ontwikkeling van waterstofstations en staan vooraan in de rij bij subsidies.”
De ervaring die The Badger Company nu dus in Portugal opdoet, komt straks goed van pas als we in Nederland ook zover zijn. “De kennis over waterstof hebben we via onze Portugese collega’s in huis, zowel door ervaring als opleiding. Daar kunnen Barry en ik in Nederland mooi op aanhaken. Maar eerst moeten bedrijven hier hun businesscase nog rondkrijgen”, aldus Klaassen. “Dat is het vervelende van waterstof: het is geen bestaande grondstof. Je hebt energie nodig om waterstof te maken en groene energie is hier relatief schaars.”
“Daarom moeten we niet alleen naar waterstof kijken, dat is slechts een deel van de oplossing”, gaat Van Zwet verder. “Je moet het doel, CO2-reductie, voor ogen houden en naar het totaal aan oplossingen kijken. Dus ook blijven ontwikkelen in zuinigere motoren, betere verbranding en alternatieve (bio)brandstoffen.”
Daarin is The Badger Company al meer dan thuis. Van Zwet: “Iedere oplossing kent zijn eigen uitdagingen. Bij waterstof is dat de beschikbaarheid van groene energie en ook de manier van opslag en transport. Dat moet onder hoge druk, aan extreem lage temperaturen of in relatief gevaarlijke stoffen als ammoniak. Bij biobrandstof verwacht je dergelijke problemen misschien niet, maar ook daar heb je met agressieve corrosieve stoffen te maken. In biobrandstof is bovendien het aanhouden van de juiste temperatuur een issue vanwege de wax die er vaak in zit.”
Dankzij de jarenlange ervaring met projecten in de (petro)chemische industrie en bij tankterminals zijn Klaassen en Van Zwet klaar voor de stap naar opslag en transport van waterstof. Klaassen: “Alles wat met opslag te maken heeft, hebben we al gedaan. Van daaruit is het een kleine stap naar waterstof en waterstofdragers.” “Met ammoniak hebben we zelfs al een project gedraaid, voor een tankterminal in Vlissingen”, vult Van Zwet aan. “En bij de eerste waterstofprojecten, zoals bij Shell, zijn we ook al zijdelings betrokken. Onder meer voor een ontwerp rondom de koelwaterpompen.”
Laat die grote uitrol van waterstofprojecten dus maar komen. “Wij zijn er klaar voor”, aldus Klaassen. “En ons zusterbedrijf A1 Werkplan ook. Waar we via hen voorheen overwegend pijpfitters en lassers ter beschikking hadden, zijn dat tegenwoordig ook al 30 procent elektriciens. Met zo’n divers team, ongeveer zeventig vakmensen, kunnen we dus genoeg mankracht leveren voor de realisatie van kleine en grote waterstofprojecten.”
Hoewel The Badger Company een groot ingenieursbureau is met zo’n 60 engineers, telt het kantoor in Nederland maar twee vaste gezichten: projectmanagers Barry van Zwet en Peter Klaassen. Dit tweekoppige team kenmerkt zich naar eigen zeggen door zijn praktische en flexibele insteek. Klaassen: “We zullen niet onnodig een heel projectteam opstellen als er gewoon een eenvoudige tekening nodig is. En we gaan niet onze eigen templates en processen opdringen als de klant liever zijn eigen werkwijze aanhoudt. Wij passen ons aan.”
Vorig jaar is The Badger Company uitgebreid met een locatie Portugal. Die locatie is niet toevallig gekozen. Via zusterbedrijf A1 Werkplan had men bij de werving en tijdelijke inzet van technici al goede ervaringen met Portugese werknemers. Dus toen ze de mogelijkheden voor uitbreiding onderzochten, had dat land hun aandacht. Dat ze hier, net als in Roemenië, een aantrekkelijke prijs/kwaliteitsverhouding kunnen realiseren, gaf de doorslag.