- Nieuws
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Magazine
-
Featured
-
Featured
- Recent
-
- Kiosk
- Columns
- Bedrijveninfo
- Adverteren
Select Page
Eind vorig jaar was het zover. Op de Tweede Maasvlakte in de Rotterdamse haven verrichtte koning Willem-Alexander de starthandeling voor de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk. Het was het begin van een megaklus door heel Nederland, die uiteindelijk een leidingennetwerk oplevert van maar liefst 1.200 kilometer. Dat netwerk gaat ervoor zorgen dat bedrijven in binnen- en buitenland met waterstof kunnen verduurzamen. Als alles volgens planning verloopt, kunnen industrieën in de Rotterdamse haven het waterstof vanaf 2025 via dit netwerk ontvangen.
Joost Hooghiem is directeur Waterstofnetwerk Nederland bij Gasunie. Samen met zijn projectmanagement team regelt hij de uitrol van het waterstofnetwerk in Nederland, en stoomt hij Gasunie intern klaar voor waterstof. “De start in Rotterdam is enorm belangrijk, omdat het perspectief biedt aan zowel producenten als gebruikers van waterstof”, vertelt hij. “Met de aanleg van onze infrastructuur leggen we een fundament voor de enorme waterstofambitie, die we in Nederland hebben. En we doorbreken ook het probleem van de kip en het ei. Je ziet dat producenten en afnemers toch een beetje op elkaar wachten. Nu we zijn begonnen, geeft het hen vertrouwen dat het met de infrastructuur wel goed komt.”
De komende jaren zullen alle ogen gericht zijn op het eerste deel van het landelijke waterstofnetwerk, een nieuwe leiding van ruim dertig kilometer. “Waar het mogelijk is, gebruiken wij bestaande aardgasleidingen en dat kan in ruim tachtig procent van het totale netwerk. In Rotterdam leggen wij een nieuwe leiding aan van de Maasvlakte via Pernis naar Moerdijk. Daarlangs is veel industrie, die wij eventueel met extra stukjes kunnen verbinden. Ondertussen zijn we ook al volop bezig met de voorbereidingen bij de andere industriële clusters. Na Rotterdam breiden we uit naar de rest van Nederland. In het noorden is er waterstofopslag en waterstofproductie, in Brabant is er veel industrie. Vervolgens gaan wij aftakken richting Amsterdam, Zeeland en Chemelot.”
Volgens Hooghiem blijft de veranderende rol van Gasunie, die naast het transport en opslag van waterstof ook actief is op het gebied van groen gas, warmte en CO2, niet onopgemerkt. “Als ik vroeger vanuit Groningen naar de Randstad ging en vertelde waar ik werkte, had niemand een idee wat Gasunie deed. Dat is nu anders. We spelen een belangrijke rol in de energietransitie. Tot 2030 leggen we ons waterstofnetwerk aan: we verbinden vijf industriële clusters met elkaar, met grenspunten in Duitsland en België, en met opslagplaatsen voor waterstof.”
Maandelijks starten bij Gasunie zo’n honderd nieuwe medewerkers, zegt hij. “Al die nieuwelingen willen bijdragen aan de energietransitie. Ze zijn hard nodig. Voor ons project alleen al werken we samen met driehonderd collega’s. Ik verwacht dat er de komende jaren nog zo’n honderd bijkomen. Het zijn engineers, business developers, maar ook omgevingsmanagers, juristen en ICT’ers. Soms werken ze tijdelijk fulltime voor ons, de andere keer maar een paar uur per week. Als managementteam zoeken we continu naar een gezonde mix van ervaren en nieuwe mensen. Waarom? Innoveren is belangrijk, maar we willen ook behouden wat goed gaat. Voor ons netwerk leggen we leidingen aan rondom dorpen en steden, en in agrarisch gebied. Die ervaring hebben we al, met aardgas. We staan erom bekend dat we dit zonder al te veel reuring doen. Dat moet vooral zo blijven.”
“Neem een boer”, zegt Hooghiem. “Voordat we op zijn land aan de slag gaan, moeten we een zakelijke overeenkomst tekenen. We sturen dan liever geen jurist, maar een ervaren omgevingsmanager grondzaken. Veel van die collega’s komen zelf van een boerderij en weten wat een boer doormaakt. We starten bijvoorbeeld nooit zomaar met graven. We schrapen eerst de teelaarde af en we leggen die apart. En als we klaar zijn, laten we alles opgeruimd achter en zorgen we voor een passende compensatie. Het is een werkwijze die bij ons hoort, maar die de nieuwe medewerkers niet altijd kennen. Daarom zijn onze ervaren collega’s zo belangrijk, zodat ze nieuwe collega’s onze best practices leren.”
“De aanleg van ons netwerk door het land is een megaklus. Ik denk dat weinig mensen kunnen voorstellen hoe groot het project is”, aldus Hooghiem. “Het is moeilijk om het met een ander project te vergelijken, al geven de aanleg van de Afsluitdijk of de bouw van de Deltawerken enigszins een indicatie. Er staat ook veel tijdsdruk op. We kunnen niet zeggen: ‘sorry, we lopen uit.’ Andere partijen rekenen op de komst van het netwerk: ze bouwen fabrieken om of ze investeren in waterstofproductieprojecten. De komende jaren zijn dus spannend. Gelukkig ervaar ik geen stress. Ik vind het fantastisch om leiding te geven aan het team. Samen bouwen we aan de Gasunie van de toekomst.”
Waterstof draagt bij aan de verduurzaming van de energievoorziening. Bijvoorbeeld in de verduurzaming van industrie en zwaar transport. Maar ook als grondstof in de chemie. Bovendien maakt de waterstofinfrastructuur verbindingen met het buitenland mogelijk en zorgt het met de grootschalige opslagmogelijkheden voor extra flexibiliteit in onze groene energievoorziening.
Gasunie kan een verbindende rol te spelen in de energietransitie door waterstofinfrastructuur te ontwikkelen in Nederland, Duitsland en op de Noordzee. Naast het landelijke netwerk in Nederland, waarvan de aanleg in Rotterdam is begonnen, draagt Gasunie ook in Noord-Duitsland met waterstofinfrastructuur (import, transport en grootschalige opslag) bij aan de Duitse en Europese waterstofstrategie. Bovendien heeft het Nederlandse kabinet plannen om Gasunie aan te wijzen voor de ontwikkeling van een waterstofnetwerk in de Noordzee, wat de internationale verbindende rol verder zal versterken.
Vanaf 2030 verbindt het landelijk waterstofnetwerk de zeehavens met de grote industriële clusters (Eemshaven, Noordzeekanaalgebied, Rotterdam, Zeeland en Limburg) in ons land en met opslaglocaties voor waterstof. Ook worden er verbindingen met Duitsland (Ruhrgebied en Hamburg) en België gerealiseerd. Het bevordert de ontwikkeling van Nederland als een Europese energiehub voor waterstof en de groei van de internationale waterstofmarkt. Bovendien draagt het bij aan de Europese energieonafhankelijkheid.
Het gebruik van bestaande leidingen, die beschikbaar komen door de afname van het aardgastransport, zal het milieu ten goede komen en de kosten verlagen, aldus Gasunie. Ongeveer 85 procent van het netwerk zal bestaan uit hergebruikte aardgasleidingen, wat 75 procent goedkoper is dan het aanleggen van nieuwe infrastructuur.